Читать книгу Keltische Mythen en Legenden - T. W. Rolleston - Страница 15

Ondergang van het Keltische rijk.

Оглавление

Inhoudsopgave

Wij zullen wel nooit met juistheid te weten komen, wat geschiedde ten tijde van den Germaanschen opstand; doch zeker is het, dat ongeveer na het jaar 300 v.C. de Kelten allen mogelijken politieken samenhang en alle gemeenschappelijk streven hadden verloren, die zij ooit hadden bezeten. Als waren zij door de uitbarsting van de eene of andere onderaardsche kracht uiteengescheurd, stortten hun stammen als stroomen lava neer naar het zuiden, oosten en westen van hun oorspronkelijke woonplaats. Enkelen baanden zich een weg naar Noord-Griekenland, waar zij het schandelijk vergrijp pleegden, dat hun vroegere vrienden en bondgenooten zoozeer ergerde, en wel de plundering van den tempel van Delphi (273 v.C.). Anderen hernieuwden, doch met slechter resultaat, den ouden strijd met Rome, en kwamen in groote menigte te Sentinum (295 v.C.) en bij het meer Vadimo (283 v.C.) om. Eén afdeeling drong tot Klein-Azië door, en stichtte den Keltischen staat Galatia, waar, zooals de Heilige Hieronymus verhaalt, nog in de vierde eeuw na Christus een Keltisch dialect werd gesproken. Anderen namen als huurtroepen dienst onder Carthago. Een woelige oorlog van Kelten tegen verstrooide Germaansche stammen, of tegen andere Kelten, die vroegere golvingen van veranderingen in woonplaats en van verovering vertegenwoordigden, werd over geheel Midden-Europa, Gallië en Brittannië gevoerd. Toen deze tot rust kwam, bleven Gallië en de Britsche eilanden feitelijk de eenige overblijfselen der Keltische oppermacht, de eenige landen, die nog onder Keltische wetten en onder Keltische leiding stonden. Tegen het begin der Christelijke jaartelling waren Gallië en Brittannië onder het juk van Rome gekomen, en was het slechts de vraag, hoe lang het nog zou duren, voordat zij in ieder opzicht in zeden en karakter geheel Romeinsch zouden geworden zijn.

Keltische Mythen en Legenden

Подняться наверх