Читать книгу Keltische Mythen en Legenden - T. W. Rolleston - Страница 19

Strabo over de Kelten.

Оглавление

Inhoudsopgave

De aardrijkskundige en reiziger Strabo, die in het jaar 24 n.C. stierf en dus iets later leefde dan Caesar, weet ons heel wat omtrent de Kelten te vertellen. Hij merkt op, dat hun land (in dit geval Gallië) dicht bewoond is en hun akkers goed bewerkt, geen natuurlijke hulpbronnen worden daar ongebruikt gelaten. De vrouwen zijn vruchtbaar en bijzonder goede moeders. Hij beschrijft de mannen als oorlogszuchtig, hartstochtelijk, verzot op twistgesprekken, gemakkelijk op te hitsen, maar daarbij edelmoedig en onergdenkend, zoodat zij gemakkelijk door krijgslisten kunnen worden overwonnen. Zij bleken begeerig te zijn naar ontwikkeling en beschaving, en Grieksche letters en Grieksche wetenschap waren snel van Massilia uit onder hen verspreid; in hun steden werd openbare opvoeding ingesteld. Zij vochten beter te paard dan te voet, en in de dagen van Strabo vormden zij de bloem der Romeinsche ruiterij. Zij woonden in groote huizen gemaakt van boogvormige planken met muren van vlechtwerk—zonder twijfel bepleisterd met klei en kalk, zooals in Ierland—en dicht met stroo gedekt. Steden van groote beteekenis werden in Gallië gevonden, en Caesar maakt gewag van de sterkte der muren, die gebouwd waren van steen en hout. Caesar en Strabo zijn het er beiden over eens, dat er een zeer scherpe scheiding was tusschen de edelen en den ontwikkelden of priesterstand aan den éénen kant en het gemeene volk aan den anderen kant, daar de laatsten in strikte onderworpenheid gehouden werden. De maatschappelijke verdeeling komt in ruwe trekken ongetwijfeld overeen met het onderscheid in ras tusschen de echte Kelten en de oorspronkelijke bewoners, die door hen waren onderworpen. Terwijl Caesar ons verhaalt, dat de Druïden de onsterfelijkheid der ziel verkondigden, voegt Strabo er aan toe, dat zij geloofden in de onvernietigbaarheid—wat in sommige opzichten de goddelijkheid insluit—van het stoffelijk heelal.

De Keltische krijgsman hield van uiterlijke praal. Alles wat aan het leven glans en een indruk van tooneelmatigheid schonk, werkte op zijn verbeelding. Zijn wapenen waren rijk versierd, zijn paardentuigen waren in brons en email bewerkt, even prachtig ontworpen als eenig overblijfsel der Myceensche of Cretensische kunst, zijn kleeding was met goud geborduurd. Het tooneel van de overgave van Vercingetorix, toen zijn heldhaftige strijd tegen Rome bij den val van Alesia tot een einde was gekomen, is de vermelding waard als een typisch Keltisch mengsel van ridderlijkheid en van wat de zeer bezadigde Romeinen als een kinderachtige pralerij toescheen21. Toen hij zag, dat de zaak verloren was, riep hij een vergadering der stammen bijeen en deelde de verzamelde aanvoerders, aan wier hoofd hij gestaan had in een roemrijken, hoewel rampspoedigen oorlog, mede, dat hij bereid was zich op te offeren voor zijn nog steeds getrouwe volgelingen—hetzij zij als zij dat wilden, zijn hoofd aan Ceasar zouden zenden, hetzij hij zich vrijwillig overgaf met het doel gunstiger voorwaarden te bedingen voor zijn landgenooten. Het laatste voorstel werd aangenomen. Daarop wapende Vercingetorix zich met zijn schitterendste wapenen, bekleedde zijn paard met zijn rijkste tuig en, na driemaal om het Romeinsene kamp te zijn heen gereden, hield hij voor Caesar stand en legde hij het zwaard, dat het eenige overgebleven verdedigingsmiddel der Gallische onafhankelijkheid was, voor diens voeten. Caesar zond hem naar Rome, waar hij zes jaren lang gevangen werd gehouden, totdat hij ten slotte ter dood werd gebracht, toen Caesar zijn triomftocht hield.

Keltische Mythen en Legenden

Подняться наверх