Читать книгу Mythen & Legenden van Japan - F. Hadland Davis - Страница 17
Yoshitsune en Benkei vechten.
ОглавлениеBenkei slaakte een kreet van woede, en sloeg er met zijn wapen in het wilde op los. Maar de vlugheid, die hij van den Koning der tengu had geleerd, kwam Yoshitsune zeer te stade. Hij sprong van den éénen naar den anderen kant, van voren naar achteren, en weer terug van achteren naar voren, terwijl hij den reus met menige grap voor den gek hield en telkens in een vroolijk gelach uitbarstte. Het wapen van Benkei zwaaide voortdurend rond en trof nu eens de lucht, dan weer de grond, maar raakte nooit zijn tegenstander.
Eindelijk werd Benkei moede, en weder sloeg Yoshitsune de hellebaard uit de hand van den reus. Toen Benkei trachtte zijn wapen weder op te nemen, wist Yoshitsune hem een beentje te lichten, zoodat hij op handen en voeten kwam te staan; de held besteeg nu met een triomfkreet den tijdelijk viervoetigen Benkei. De reus was stom verbaasd over zijn nederlaag, en toen hij hoorde, dat de overwinnaar niemand anders was dan de zoon van den Edelen Yoshitomo, nam hij niet alleen zijn nederlaag op waardige wijze op, maar verzocht hij, of hij van nu af aan in den dienst mocht treden van den jeugdigen overwinnaar.
Van dien tijd af vinden wij de namen van Yoshitsune en Benkei steeds samen verbonden, en in al de verhalen van krijgslieden, hetzij in Japan, hetzij elders, was er nooit een dapperder en meer eensgezinde verbinding van kracht en vriendschap. Wij lezen, hoe talrijke overwinningen zij op de Taira behaalden, en hoe zij hen naar zee dreven, waar deze dan bij Dan-no-ura ontkwamen.
Wij kennen nog een tweede legende in verband met Dan-no-ura. Yoshitsune en zijn trouwe makker maakten zich gereed, in een schip van de provincie Settsu over te steken naar Saikoku. Toen zij Dan-no-ura bereikten, stak een vreeselijke storm op. Geheimzinnige stemmen kwamen uit de zich opstapelende golven, een verwijderde echo van wapengekletter, van voortsnellende schepen en het suizen van pijlen, van het neervallen van duizend manschappen. Het geraas werd al luider en luider, en uit de opgezweepte, schuimende koppen van de golven verrees een spookachtige troep van den Taira-stam. Hun wapenrusting was gescheurd en met bloed bevlekt, en zij staken hun wasemige armen uit, terwijl zij trachtten de boot tegen te houden, waarin Yoshitsune en Benkei voeren. Het was een spookachtige herinnering aan den slag bij Dan-no-ura, toen de Taira een vreeselijke en onherstelbare nederlaag hadden geleden. Toen Yoshitsune dien grooten spookachtigen troep zag, riep hij om wraak, zelfs op de schimmen der gedoode Taira; maar Benkei, die steeds listig en voorzichtig was, verzocht zijn meester, zijn zwaard neer te leggen, en nam een rozenkrans ter hand en zeide een aantal Buddhistische gebeden op. Over den troep geesten daalde vrede neer, het gejammer hield op, en geleidelijk verdwenen zij weder in de zee, die daarna kalm werd.
De legende verhaalt ons, dat visschers nog altijd van tijd tot tijd schimmenlegers uit zee zien oprijzen, die jammerklachten uiten en met hun armen zwaaien. Men zegt, dat de kreeften met gevlekten rug de schimmen zijn der Tairastrijders. Wij zullen later een andere legende behandelen, die in verband staat met die ongelukkige geesten, die het nooit moede worden, het tooneel van hun nederlaag weer op te zoeken.