Читать книгу Nederlandsche Sagen en Legenden - Josef Cohen - Страница 13
Figuur 3.
ОглавлениеHet polsstokspringen
“Kijk 'ns!” riep de smalle Bergum uit, “daar heb je 't mensch-ing al weer.”
Natuurlijk heet het dorp, waar dit geschiedde: “Mensingeweer.”
Ze moesten verder, en nu was 't de beurt van den smallen Bergum, om zijn kunsten te toonen. Ze kwamen aan een water, waar twee dorpen tegenover elkaar liggen. Nu zou Bergum eens laten zien, wat hij vermocht.
Hij wilde springen—Ocharme! Hij bleef met den polsstok in 't midden steken.
De dikke Stokkum was bang, dat zijn kameraad verdrinken zou, en kreet:
“O Berg-um! O Bergum!”
“Als hij 't leven er maar van af-brengt,” riep de lange Kortum.
“Ik winsch 'í um! Ik winsch 't um!”
Sinds dien hebben ook de dorpen Obergum en Winsum een naam, gelijk het zulke flinke plaatsen betaamt.
En vol trots keerden de drie mannen naar hun huis terug. Ze hadden hun plicht volbracht—Eenrum, Mensingeweer, Obergum en Winsum waren gedoopt. Bladzijde 22