Читать книгу De Hoovenier - Rabindranath Tagore - Страница 7

V.

Оглавление

Inhoudsopgave

Ik ben rusteloos. Mij dorst naar verre dingen.

Mijn ziel gaat uit in verlangen om het kleed aan te raken van de scheemerige verte.

O groot Génerzijds! O dringende roep van uw pijpen.

Ik vergeet, ik vergeet telkens weer, dat ik geen vleugels heb, dat ik voor eeuwig aan deeze plek gebonden ben.

Ik ben greetig en waaksaam, een vreemdeling in een vreemd land.

Uw Adem bereikt mij en fluistert een onmoogelijke verwachting.

Uw spraak wordt door mijn hart gekend als zijn eigene.

O Gij die verre te zoeken zijt, o de dringende roep van uw pijpen.

Ik vergeet, ik vergeet telkens weer, dat ik den weg niet ken, dat ik het gevleugelde paard niet heb.

Ik ben lusteloos, ik ben een zwerver van harte.

In den zonnigen neevel van de kwijnende uuren, welk van uw machtige vizioenen neemt vorm aan in het blaauw des heemels?

O verst verwijderd Eind, o dringende roep van uw pijpen.

Ik vergeet, ik vergeet telkens weer, dat de poorten ooveral geslooten zijn, in het huis waar ik eenzaam woon.

De Hoovenier

Подняться наверх