Читать книгу De Ellendigen (Deel 5 van 5) - Victor Hugo, Clara Inés Bravo Villarreal - Страница 13

Boek I
De oorlog tusschen vier muren
Dertiende hoofdstuk
Voorbijgaande flikkeringen

Оглавление

In den chaos van gevoelens en hartstochten, die een barricade verdedigen, is van alles: dapperheid, jeugd, eergevoel, geestdrift, ideaal, overtuiging, de hardnekkigheid van den speler en bovenal tusschenpoozen van hoop.

Zulk een tusschenpoozing, een dier onduidelijke stralen van hoop, schoot eensklaps, op het onverwachts, door de barricade der Chanvreriestraat.

„Hoort,” riep Enjolras eensklaps, steeds nauwkeurig oplettende; „mij dunkt, dat Parijs ontwaakt.”

’t Is stellig, dat in den morgen van den 6den Juni de opstand gedurende een paar uren in kracht toenam. De hardnekkigheid, waarmede de stormklok van St. Merry voortdurend luidde, wekte eenigen op. In de straten du Poirier en Gravilliers werden barricaden opgericht. Voor de poort Saint Martin viel een enkel jongeling met een karabijn gewapend een escadron cavalerie aan. Geheel ongedekt, midden op den boulevard, viel hij op een knie neder, mikte, schoot, doodde den escadrons-chef, en zeide, zich omkeerend: „Ziedaar, weder een die ons geen kwaad meer zal doen.” Hij werd nedergesabeld. In de straat St. Dénis schoot een vrouw achter een nedergelaten jaloezie op de municipale garde. Bij ieder schot zag men de jaloezielatten trillen. Een veertienjarige knaap werd in de Cossonneriestraat aangehouden, met zijn zakken vol patronen. Verscheiden wachtposten werden aangevallen. Bij den ingang der straat Bertin-Poirée, werd een regiment kurassiers, aan welks spits generaal Cavaignac de Baragne reed, door een zeer levendig en geheel onverwacht geweervuur ontvangen. In de straat Planche-Mibray wierp men van de daken op de soldaten potscherven en keukengereedschap; een slecht teeken. Toen men den maarschalk Soult dit berichtte, zette de oude officier van Napoleon een bedenkelijk gezicht, zich de woorden herinnerende van Suchet te Sarragossa: „Wij zijn verloren, zoo de oude vrouwen haar waterpotten op onze hoofden uitgieten.”

Deze algemeene verschijnselen, welke zich openbaarden op hetzelfde oogenblik, dat men den opstand bedwongen achtte, deze koortsige toorn, welke de bovenhand verkreeg, die vonken, welke hier en daar over die opeengehoopte brandstoffen vlogen, namelijk boven de Parijsche voorsteden, dit alles verontrustte de militaire bevelhebbers. Men haastte zich, deze beginselen van brand uit te dooven. Men wachtte hierop met den aanval der barricaden Maubuée, Chanvrerie en Saint-Merry, ten einde slechts met deze alleen te doen te hebben en alles in één slag te kunnen eindigen. In de oproerige wijken werden colonnes geworpen, die de groote straten schoonveegden, de kleine rechts en links doorzochten, nu voorzichtig en langzaam, dan met den stormpas. De soldaten stieten de deuren der huizen open, waaruit geschoten was; terwijl tegelijkertijd de cavalerie de samenscholingen op de boulevards uiteendreef. Deze bedwinging geschiedde niet zonder dat gewoel en gerucht, ’t welk aan een botsing tusschen het leger en het volk eigen zijn. Dit was het, wat Enjolras in de tusschenpoozen van het kanon- en geweervuur hoorde. Bovendien had hij aan het einde der straat gekwetsten zien voorbijdragen, en hij zeide tot Courfeyrac:

„Deze gekwetsten komen niet van ons.”

De hoop duurde niet lang, het licht verdween spoedig. In minder dan een half uur was de hemel donker; ’t was als een bliksem zonder donder, en de opstandelingen voelden die soort van verlamming, waarmede de onverschilligheid des volks de aan zich zelven overgelaten hardnekkigen treft.

De algemeene beweging, die eensklaps scheen ontstaan te zijn, was in de geboorte gestikt; en de zorg des ministers van oorlog en de krijgskunst der generaals konden zich nu onverdeeld aan de drie of vier barricaden wijden, die nog stand hielden.

De zon rees aan den horizon.

Een opstandeling zeide tot Enjolras:

„Men heeft hier honger. Zullen wij inderdaad sterven zonder gegeten te hebben?”

Enjolras, altijd tegen de borstwering geleund, zonder zijn oogen van het einde der straat te wenden, knikte toestemmend.

De Ellendigen (Deel 5 van 5)

Подняться наверх