Читать книгу GRONDBEGINSELEN KOUDETECHNIEK / In twee talen Nederlands/Engels - Volker Stamer - Страница 21

Onder het

kookpunt

Below

boiling point

t < 100°C

Kooktoestand

(kookpunt)

Boiling state

(boiling point)

t = 100°C

Natte damp

Wet vapour

t = 100°C

Verzadigde damp

(dauwpunt)

Saturated vapour

(dew point)

t = 100°C

Boven het kookpunt

Kooktemperatuur

Above

boiling point

t > 100°C

Onderkoelde vloeistof

Subcooled liquid

Kokende vloeistof

Boiling liquid

Verzadigde damp

Saturated vapour

Oververhitte damp

Superheated vapour

Fig. 12 Verdamping bij constante druk (p = 1,013 bar) met water als voorbeeld

Evaporation at constant pressure (p = 1.013 bar) using water as an example [TWK]

1 Onder het kookpunt → t < 100 °C

Het kookpunt van water bij een omgevingsdruk van

1,013 bar is 100 °C. Als het water een temperatuur

heeft onder het kookpunt, spreken we van „onderkoeld“

water (algemeen: „onderkoelde vloeistof“). Water met

een temperatuur van 20 °C heeft dus een onderkoeling

van 100 °C - 20 °C = 80 K.

2 Kooktoestand (kookpunt) → t = 100 °C

Als het water wordt verwarmd tot 100 °C, dan blijft de

temperatuur aanvankelijk constant. Het kookpunt is

bereikt. Het water is (nog) in vloeibare toestand.

3 Natte damp → t = 100 °C

Wanneer de warmtetoevoer wordt verhoogd, vormen

er zich de eerste dampbellen. Het aandeel waterdamp

neemt toe, terwijl het aandeel vloeibaar water met

dezelfde hoeveelheid afneemt. Is er sprake van zowel

een vloeibare als een gasvormige fase, dan spreken

we van natte damp. De temperatuur van het „mengsel“

is nog steeds 100 °C.

4 Verzadigde damp (dauwpunt) → t = 100 °C

Als het aandeel damp 100% is (dus geen vloeistof), is

het dauwpunt bereikt. Hier spreken we ook wel van ver-

zadigde damp. De damptemperatuur is (nog) 100 °C.

1 Below boiling point → t < 100°C

The boiling point of water at an ambient pressure of

1.013 bar is 100°C. If the water has a temperature

below boiling point, it is referred to as ‘subcooled’ water

(more generally: ‘subcooled liquid’). Water at 20°C

therefore has a subcooling of 100°C minus 20°C

= 80 K.

2 Boiling state (boiling point) → t = 100°C

If the water is now heated and reaches a temperature

of 100°C, the temperature initially does not increase

further. The boiling point is reached, the water is (still)

in liquid state.

3 Wet vapour → t = 100°C

If more heat is added, the first vapour bubbles occur.

The proportion of vapour increases, while the propor-

tion of water decreases by the same amount. If the

liquid and the gaseous phase occur simultaneously,

we refer to wet vapour. The temperature of the ‘mixture’

remains at 100°C.

4 Saturated vapour (dew point) → t = 100°C

If the vapour fraction reaches 100% (no liquid remain-

ing), the dew point is reached. We also refer to this as

saturated vapour. The temperature of the vapour is

(still) 100°C.

Grondbeginselen thermodynamica // Fundamentals of thermodynamics

23