Читать книгу Skepelinge - Karel Schoeman - Страница 17

ZEILAGE

Оглавление

Zeilage. 1. Het bedrijf van met zeilschepen te varen; scheepvaart,

zeevaart, zeilvaart.

2. Het zich met behulp van zeilen voortbewegen.

3. Afvaart, vertrek, afzeiling.

4. Richting waarin een zeilschip zich voortbeweegt; koers.

5. Vaste vaarroute, reisroute; zeeweg.

6. Tocht, reis per zeilschip.

7. Het vermogen om goed en snel te kunnen zeilen; zeilvermogen,

zeilsnelheid.

8. Al de zeilen van een schip; zeilwerk. Inzonderheid samen genoemd

met en daardoor onderscheiden van de andere onderdelen van het tuig, zoals de rondhouten (masten, stengen, raas), het staande want, en het lopend tuig (touwen, blokken enz.).

9. Ook: de zeilen met het bijbehorende lopend tuig.

10. Ook in den zin van: de hoeveelheid zeil, het zeiloppervlak dat

een schip op een bepaald moment heeft bijstaan.99

’n Skip bestaan uit kiel, roer, spil, stuur, maste, stenge, ra’s, seile, staande en lopende want, verdek, halfdek, kampanjedek, oorloopdek, koebrug, galei, kajuit, hutte, die konstabels-, brood- en kruitkamer, ook die bottelary en kombuis, kabelgat, hel en ruim.100

Seil: hierdie woord is in letterlike en figuurlike sin vir vele dinge gebruik, en die spreekwoorde wat daaraan ontleen is, is ongebruiklik talryk en interessant. Die eintlike betekenis (soos ons weet) is ’n maaksel uit linne vervaardig met behulp waarvan skepe, groot sowel as klein, sonder roeispaan of haak deur die wind alleen voortgedryf kan word.101

So ver in elk geval die teorie of beginsels van skeepvaart. Die bloedende praktyk van seemanskap word lewendig weergegee deur die anonieme ‘Amsterdammer’ waar hy beskryf hoe hy as onervare jong seeman tydens ’n storm die tuigasie of want moes uitklim om die seile aan die ra’s of dwarslatte van die maste vas te maak.

Wy liepen dan in de maand van October 1757 in zee, ik schreef aan my ouders een uitloop brief, en dat ik het zo goed had als ik wenschen konde, want klaagen kon my dog niet helpen.

Het ging met ons heel voorspoedig tot dat wy in de Spaanse Zee kwamen, daar kregen wy een vliegende storm, het was overal, ider moest na boven om de zeilen vast te maaken, ik was zo benauwt dat ik lilde als een juffrouws hontje in de kouw, maar wat zouw ik doen, ik moest. Ik kwam zo ver dat ik in de raa kwam, daar had ik genoeg te doen om my maar vast te houden, om niet van boven neer te vallen, het schip dat slingerde dan aan stuur en bakboord zyde, ik dagt dat er weer een zondvloed op aarde was. Ik dagt, had ik dat geweten, ik had gemaakt dat ik by myn moeders pot gebleven had, maar nu was ik er in, ik moest er ook door.

Wy kregen de zeilen vast en kwamen weer beneden.102

Met ‘het was overal’ bedoel hy dat die gebruiklike skeepsbevel ‘Overal!’ gegee is om álle matrose op te roep vir diens.

Aangesien niks sonderling voorgeval het nie, slegs gewone gebeure en alledaagse skeepsdinge wat nie verdien om aan die lig gebring en in druk versprei te word nie, daar dit deur die veelvoudig gedrukte reisverhale reeds tot vervelens toe bekend is, sal ons hier niks voor die dag bring behalwe dit wat gedenkwaardig is nie.103

Skepelinge

Подняться наверх