Читать книгу Keur van Nederlandsche Synoniemen - Teunis Pluim - Страница 10

7. Buigbaar—buigzaam.

Оглавление

Inhoudsopgave

Wat gebogen kan worden.

Buigbaar duidt aan, dat een lichaam meer toevallig gebogen kan worden, terwijl buigzaam te kennen geeft, dat het voorwerp krachtens zijn innerlijke samenstelling gemakkelijk te buigen is. Een eikenhouten stok is buigbaar, een glazen staaf niet; een stuk gummi is buigzaam.

Ook onbuigbaar en onbuigzaam hebben dit verschil. In figuurlijke beteekenis is het eerste dan ook sterker dan het tweede; bijv.: Hij heeft een onbuigzaam karakter, dat wil zeggen: hij toont in zijnen geheelen aanleg duidelijk, dat hij zich niet licht door een ander laat buigen of leiden in betrekking tot zijn meening of wil. Het is dus niet noodig aan een ongunstige beteekenis te denken.—Door zijn onbuigbaren trots berokkende hij zich vele vijanden, d.w.z. zijn trots was zóó sterk, dat hij zich door niets liet buigen. Gewoonlijk heeft onbuigbaar een eenigszins afkeurende beteekenis.

Zijn — koppigheid ben ik eindelijk moede.

Een dichter noemde onze taal: krachtig, rein, smeltend, — en rijk.

Als men een glazen buis verwarmt, is zij —.

Zet u niet in het hoofd, dat gij hem tot andere gedachten zoudt kunnen brengen: hij heeft een — wil.

Het karakter van den nieuwen consul was hun voorgesteld als welwillend: zij hoopten, dat het — zou wezen. (Beets.)

Keur van Nederlandsche Synoniemen

Подняться наверх