Читать книгу Keur van Nederlandsche Synoniemen - Teunis Pluim - Страница 17
14. Ruiterlijk—ridderlijk.
ОглавлениеOpenhartig.
Ridderlijk doet denken aan de edelmoedigheid, welke den ridder eigen was en die zijn eer het hoogste stelde. Zoodra hij bemerkte, dat hij zijn vriend ten onrechte beschuldigd had, heeft hij ridderlijk zijn beschuldiging teruggenomen.
Ruiterlijk heeft meer de bijbeteekenis van ruw, maar oprecht, zooals de oude ruiters waren, die meer den onverschrokken moed hoog hielden dan de fijne ridderlijke beleefdheidsvormen. De oude tuinman kwam er bij den graaf ruiterlijk voor uit, hoe hij over hem dacht. (Het was den graaf misschien minder aangenaam zulk een openhartig oordeel over zijn eigen karakter te hooren, maar dat oordeel was toch oprecht gemeend en bevatte niets dan waarheid.)
Het is — van hem, dat hij na de grievende bejegening, die hij van zijn besten vriend ondervond, hem toch weer in den nood bijstaat. (Het strekt hem tot eer!)
Het deed mij goed, dat hij zoo — voor de waarheid durfde uitkomen. (Het getuigt van moed!)
De tocht naar Chattam was een — bestraffing voor een schandelijke daad der Engelschen. (Het eervolle op den voorgrond stellen!)
De tocht naar Chattam was een — bestraffing voor den laaghartigen aanval der Engelschen op weerlooze visschersplaatsjes. (Het moedige op den voorgrond stellen!)