Читать книгу Keur van Nederlandsche Synoniemen - Teunis Pluim - Страница 7

4. Zorgeloos—onbezorgd.

Оглавление

Inhoudsopgave

Geen zorg hebbende.

Onbezorgd is hij, die niet bezorgd of bang voor gebrek of dreigende gevaren behoeft te zijn. Het woord heeft dus een gunstige beteekenis. Hij heeft zooveel gespaard, dat hij een onbezorgden ouden dag kan hebben.

Zorgeloos wijst aan, dat iemand de zaken, die aan zijn zorg zijn toevertrouwd, verwaarloost, of dat hij lichtzinnig voortleeft, zonder de noodige zorg voor zijn toekomst te hebben. Het woord heeft dus altijd een ongunstige bijgedachte. Ofschoon hij meermalen met ontslag bedreigd is, blijft hij nog altijd even zorgeloos.

Gij kunt — zijn: geen kwaad zal u deren.

Zou zij mij alleen getrouwd hebben, om een vroolijk en — leven te leiden? (Van Lennep.)

Het ergert mij altijd, dat hij zoo — en lichtzinnig voortleeft.

Hij deed alle moeite om een opgeruimd en — gelaat te vertoonen. (Van Lennep.)

Als gij zoo — met uw geldzaken omgaat, zult gij spoedig arm zijn.

Zonden, ofschoon gepleegd in — vroolijkheid, waarbij men zich zelve vergeet, ontgaan echter het oog van God niet. (Van der Palm.)

Keur van Nederlandsche Synoniemen

Подняться наверх