Читать книгу Keur van Nederlandsche Synoniemen - Teunis Pluim - Страница 20

17. Klooven—klieven.

Оглавление

Inhoudsopgave

Met eenige kracht de deelen van elkander scheiden.

Klooven duidt aan, dat na de werking de scheiding blijft bestaan, terwijl klieven onderstelt, dat de vaneengescheiden deelen zich spoedig weer vereenigen; klooven geschiedt daarom alleen met vaste, klieven met vloeibare of luchtvormige stoffen. Klooven ziet meer op het voorwerp, dat de werking ondergaat en duidt dus een doel aan, terwijl klieven meer let op het voorwerp, dat de werking verricht. Men zegt dus: de arbeider klooft het hout; 1º. is de verbreking der deelen blijvend; 2º. hout is een vast lichaam en 3º. het doel der werking is het hout klein te maken. Daarentegen zegt men: het schip klieft de baren, immers 1º. is de verbreking der deelen van voorbijgaanden aard; 2º. water is een vloeistof en 3º. het doel is niet het water te scheiden, maar men wil den nadruk leggen op het schip zelf, door aan te duiden, dat het snel vooruitkomt.

Ruwe diamanten moeten meestal — worden.

De blanke duiven door— de stille avondlucht.

De ridder reed op zijn vijand toe en — hem met één slag van zijn zwaard den kop.

De wind is gunstig, en vroolijk — het ranke schip de baren.

Keur van Nederlandsche Synoniemen

Подняться наверх