Читать книгу Oudewater en omtrek, Geologisch, Mythologisch en Geschiedkundig Geschetst - Willem Cornelis van Zijll - Страница 59
VOGELVEREERING.
Оглавление»Dat is een geluksvogel; die een ongeluksvogel!” zoodanig gezegde zult gij, geachte lezer, wel dikwijls vernomen hebben. Doch bij dat vernemen heeft menigeen er niet aan gedacht, dat men ook hiervan den oorsprong in de mythologie onzer vaderen te zoeken had.
De priesters der ouden maakten bij het voorspellen van iets, vooral ook veel gebruik van het geluid en de vlugt der vogels.
Nog is de ooijevaar—elders heileuver—heilaanbrenger, bij sommigen in hoog aanzien; een ooijevaar immers die het nest op een huis maakt, brengt, gelijk men wel zegt, geluk aan: het verstoren dier vogels het tegendeel. Ziet men hem voor het eerst in het lieve voorjaar, met veel geld bij zich, dan is men geheel het jaar niet zonder.
Ook de zwanen en zwaluwen rangschikken wij, in navolging der geleerden, onder deze rubriek.
Op het dooden van ooijevaars en zwanen stond eertijds zelfs de doodstraf. Ziet, zoo hield zich ook deze vereering nog lang staande.
De zwaan was in de natuurleer onzer vaderen aan de godin der liefde gewijd. Zonder dat ook wij hier juist eene gevolgtrekking willen maken, is het gebruik der palmpaschen, die dikwijls met afbeeldingen van zwanen zijn versierd, opmerkelijk. Te opmerkelijker omdat ook die welligt weder tot kinderspel overging.
»Zwaluwen zou ik niet gaarne verstoren,” zeide mij iemand, »want die staan in de Schrift beschreven.” Ook dit zoeken wij als in de mythologie van origine zijnde: velen toch beschouwen ook zonder deze uitlegging de zwaluwen als heilaanbrengende vogels.
Ook de haan is van beteekenis evenals de zwaluw; verkondigt de laatste het naderen der lieve lente: de eerste vermeldt het aanbreken van den dag. Hoewel dit nog niet als heidensch kan worden beschouwd, zoo spelen de hanen toch in de Noordsche Mythologie1 eene rol die men oppervlakkig niet zou vermoeden. Men kent daarin bij de Trolden de vuurroode, de gele bij de Asen, en de zwarte in de onderwereld.
Het hanensabalen op de Kaaloorsche kermis bij HOENkoop, het vermeld vinden van: »offert den goden een haan,” en de zeer interessante bijdrage, die wij nog nergens aantroffen: dat men, bij het verhuren van landerijen, bij den huurprijs nog een haan moest voegen, als die leverbaar was, kunnen o.i. allen aan deze vereering doen denken.
Vraagt men: wanneer was de haan leverbaar? wij zeggen, dat men zulks er voor hield als deze vogel van den grond kon springen op den rand eens wateremmers.
Koekoek en specht zijn weder voorspellende vogels.
Onheilspellenden zijn welligt raven, eksters, uilen en de roode haan.
Odin wordt voorgesteld met raven bij zich, die hij elken dag laat uitvliegen, en welke hem daarna vertellen wat nieuws er is; het zal uitkomen, zegt men immers, al zouden de raven het uitschreeuwen.
Het huilen van nachtuilen wordt bij velen als zeer ongunstig beschouwd.
En de roode haan ten slotte, hoewel ongunstig en overdragtelijk, en zulks welligt geworden bij de verachting des heidendoms, is al te wel bekend.
In Oudewater ten minste herinnert men zich het tartende en spijtige gezegde van van Bossu in 1573, toen hij voor deze plaats met zijne soldaten en gepreste boeren het hoofd stiet2:
»Al eerder een jaar ten einde zou gaan,
Zal ik er door jagen den rooden haan.”