Читать книгу Oudewater en omtrek, Geologisch, Mythologisch en Geschiedkundig Geschetst - Willem Cornelis van Zijll - Страница 60
GEDROCHTEN.
ОглавлениеDe heidenen, die in hunne verbeelding zoowel goden en godinnen als hemelligchamen, enz. vereerden, bragten ook hunne hulde aan gedrochten en gruwelijke beesten. Een voorname daaronder was de Monoschyros, gelijk Westendorp dit spelt. Buddingh spelt het woord echter Monochyros. Dit wezen, zegt laatstgenoemde schrijver, nog in zijn geheel te herstellen, zal ons wel niet gelukken, doch wij kunnen door de woordverklaring en sage gissen wie het geweest zij. Hij verklaart dien Monochyros dan in verband tot de maandienst en vertaalt het maanverzwelger (mona—maan chyros fr. chirer, verscheuren, verzwelgen) en dit zou ons dan den noordschen manogarmr (i.e. Lunam devastans sive devorans naar, Magnus 110) weder schenken—Garm, gar, ger, gir—schrijft de Delftsche oudheidminnaar, is ons chyros, gierig, begeerig.
Magnusen noemt het onder de natuurgedrochten.
De geleerde Westendorp noemt het zelfs een god, en zegt, dat deze in ongemeene merkwaardigheid stond.
Zie hier wat hij er van heeft opgeteekend:1
»Er is daarvan door Corn. Aurelius in zijne Batavia 41, bladz. 77–79 deze volgende sage geboekt:
Een Athener Demarchus die tot de lijfwacht des keizers Constans behoorde, kwam uit Brittannie terug en stapte op de Maas te Staelduinen aan land. Vervolgens wijdde hij een altaar aan den god Monoschyros of den alleen sterke. Weldra werd zoowel de hulde aan deze godheid als zijne godspraak in Batavie en in Klein Friesland boven allen beroemd. De toeloop was aldaar groot.
Men bood zijn kinderen denzelven aan, opdat zij sterker dan anderen zouden worden. Daarna verhaalt hij (Aurelius) de geschiedenis eener merkwaardige offerande door iemand uit Bodegraven nabij Oudewater.
Over de verschillende gevoelens dier geleerden omtrent de ware beteekenis dezes woords zullen wij ons niet uitlaten; alleenlijk hadden wij gaarne gezien, dat Westendorp het met zijne ruimte had kunnen overeenbrengen, die offering over te nemen.
1 Algemeen overzigt der Romeinsche Oudheden in de Nederlanden, door Dr. N. Westendorp, bladz. 87 en 88.↑