Читать книгу Thet Oera Linda Bok, Naar een Handschrift uit de Dertiende Eeuw - Anoniem - Страница 15

Hier volgen de wetten die daaruit zamengesteld zijn.

Оглавление

Inhoudsopgave

1. Elke Fries moet de beleedigers of vijanden afweren, met al zulke wapenen, als hij verzinnen, bekomen en hanteren mag.

2. Is een knaap twaalf jaar, dan moet hij de zevende dag missen van zijn leertijd om vaardig te worden met de wapenen.

3. Is hij bekwaam geworden, dan geve men hem wapenen en hij wordt tot krijgsman geslagen.

4. Is hij drie jaren krijgsman, dan wordt hij burgtheer en mag hij helpen zijn hoofdman te kiezen.

5. Is hij zeven jaren kiezer, dan mag hij helpen een heerman of koning te kiezen en dan zelf ook gekozen worden.

6. Alle jaren moet hij herkozen worden.

7. Behalve de koning mogen alle ambtmannen wedergekozen worden, die recht doen en naar Fryas raad.

8. Geen koning mag langer dan drie jaren koning blijven, opdat hij niet bestendig moge worden.

9. Heeft hij zeven jaren gerust, dan mag hij weer gekozen worden.

10. Is de koning door den vijand verslagen, dan mogen zijne nabestaanden ook naar die eer dingen.

11. Is hij op zijn tijd afgetreden of binnen zijn tijd gestorven, dan mag geen bloedverwant hem opvolgen, die hem nader bestaat dan het vierde lid.

12. Die welke strijden met de wapenen in hunne handen, kunnen niets verzinnen en wijs blijven, daarom voegt het geen koning wapenen te hanteren in den strijd. Zijne wijsheid moet zijn wapen wezen en de liefde zijner krijgslieden moet zijn schild wezen.

Thet Oera Linda Bok, Naar een Handschrift uit de Dertiende Eeuw

Подняться наверх