Читать книгу Thet Oera Linda Bok, Naar een Handschrift uit de Dertiende Eeuw - Anoniem - Страница 16

Dit zijn de rechten der moeder en der koningen.

Оглавление

Inhoudsopgave

1. Zoo wanneer er oorlog komt, zende de Moeder hare boden naar den koning, de koning zende boden naar de grevetmannen om de landweer.

2. De grevetmannen roepen alle burgtheeren te zamen en bespreken hoe vele mannen zij zullen zenden.

3. Alle besluiten van dezen moeten dadelijk naar de Moeder gezonden worden, met boden en getuigen.

4 De Moeder laat alle besluiten verzamelen en geeft het guldengetal, dat is het middengetal van alle besluiten te zamen. Hiermede moet men vooreerst vrede hebben, en de koning eveneens.

5. Is het leger te velde, dan behoeft de koning slechts met zijne hoofdmannen te raadplegen, doch daarbij moeten altijd de drie burgtheeren der Moeder vooraan zitten zonder stem. Deze burgtheeren moeten dagelijks boden naar de Moeder zenden, opdat zij weten moge of er iets gedaan wordt, strijdende met Fryas raadgeving.

6. Wil de koning iets doen, en zijne raden niet, zoo mag hij het niet onderstaan.

7. Komt een vijand onverwacht, dan moet men doen, zooals de koning gebiedt.

8. Is de koning niet op het pad, dan moet men zijn volger gehoorzaam wezen, of die op dezen volgt, tot den laatsten toe.

9. Is er geen hoofdman, dan moet men een kiezen.

10. Is daar geen tijd toe, dan werpe zich een tot hoofdman op, die zich sterk gevoelt.

11. Heeft de koning een gevreesd volk afgeslagen, dan mogen zijne nakomelingen zijnen naam achter hun eigen naam voeren. De koning mag, zoo hij wil, op eene onbebouwde plaats eene plek uitkiezen tot een huis en erf. Dat erf mag een ronddeel zijn, zoo groot, dat hij naar alle zijden zeven honderd treden van zijn huis af loopen mag, eer hij aan zijn grensscheiding komt.

12. Zijn jongste zoon mag dat goed erven, na hem diens jongste zoon, dan zal men het terug nemen.

Thet Oera Linda Bok, Naar een Handschrift uit de Dertiende Eeuw

Подняться наверх