Читать книгу Laatste verzen - Gezelle Guido - Страница 3
MIJMERINGE
Оглавление… Priez,
Priez pour ces hommes qui chantent
V. Hugo.
Geleefd! roepen ze:
’t is zoo vroeg te sterven;
gefooid! eer de dood
komt ons al bederven.
Gedanst op de blomme:
ons behoort heur glansen!
– Geweend! zoo zeggen zij,
om die lachend dansen!
Gebeên, roepen ze,
gij, vroeden, uw gebeden;
de beker is ons
bron van zaligheden!
De teuge en ’t gezang
verzoeten alle pijn.
– Gebeên! zoo zeggen zij,
voor al die zingend zijn.
Waarom, roepen ze,
’t roosken niet gebroken?
Het schoonste, is het niet
tot ’s konings lust ontloken?
Geen koning die bidde
of bedele om een vrouw
– gediend, zoo zeggen zij,
die ’t toekomt, immer trouw!
Geleefd roepen ze,
want de dagen spoeien.
– Geweend! zoo zeggen zij:
’t is troost daar tranen vloeien.
– ’t Is valsch, roepen ze,
dat ’t minnen ooit kon geven!
– Gemind! zoo zeggen zij:
daar liefde is, daar is leven!
De waarheid, is zij nu bij hem die ’s herten kwalen
verdrinkt en, bij ’t genot des vollen bekers,
de liefde gekheid scheldt;
ofwel bij hem die trouw bemint en bidt, te halen?
Op beider voorhoofd hebt gij de antwoord, Heere,
in leesbaar schrift gesteld!
Oostermaand 1846.
D. Joaquim Rubió y Ors.
Guldemaand 1889.
Guido Gezelle.