Читать книгу Noorsche mythen uit de Edda's en de sagen - H. A. Guerber - Страница 12

De schepping van den mensch.

Оглавление

Inhoudsopgave

Ofschoon de goden van den beginne Midgard, of Mana-heim hadden aangewezen tot woning van den mensch, waren er eerst geen menschelijke schepsels om er in te wonen. Op zekeren dag trokken Odin, Vili en Ve, volgens sommigen, of Odin, Hoenir (de schitterende) en Lodur of Loki (vuur) er samen op uit en wandelden langs de zeekust toen zij vonden òf twee boomen, den esch, Ask, en den olm Embla, òf twee blokken hout, gehouwen in de ruwe gelijkenis van de menschelijke gestalte. De goden staarden eerst op het levenlooze hout in stille verbazing; toen, merkende wat er van gemaakt kon worden, gaf Odin dezen blokken zielen, Hoenir verschafte beweging en zintuigen, en Lodur verleende bloed en bloeiende kleur.

Zoo begiftigd met taal en gedachte en met het vermogen om lief te hebben en te hopen en te werken, en met leven en dood, mochten de pas geschapen man en vrouw Midgard beheerschen zooals zij wilden. Zij bevolkten het gaandeweg met hunne nakomelingen terwijl de goden, zich herinnerend dat zij hen in het leven hadden geroepen, een bijzonder belang stelden in al wat zij deden, over hen waakten en hun dikwijls hulp en bescherming verleenden.

Noorsche mythen uit de Edda's en de sagen

Подняться наверх