Читать книгу Noorsche mythen uit de Edda's en de sagen - H. A. Guerber - Страница 6
Ymir en Audhumla.
ОглавлениеToen de damp tot wolken rees, ontmoette hij de heerschende koude en werd veranderd in rijm of rijp, die, laag op laag, de groote centrale ruimte vulde. Zoo door de voortdurende werking van koude en hitte, en waarschijnlijk ook door den wil van den ongeschapene en ongeziene, ontstond tusschen de ijsblokken van den afgrond een reusachtig wezen Ymir of Orgelmir (ziedende klei), de verpersoonlijking van den bevroren oceaan, en daar dit wezen uit rijm geboren was, werd hij Hrim-thurs of IJsreus genoemd.
In vroegen tijd
Toen Ymir leefde,
Was zand, noch zee
Geen golf die koelt;
Geen aard’ omlaag,
Geen lucht omhoog;
Eén chaos ’t al
En nergens gras.
Saemunds Edda.
Rondtastend in het donker op zoek naar wat voedsel, bemerkte Ymir een reusachtige koe, Audhumla (de voedster), die door dezelfde kracht als hij zelf was geschapen en uit dezelfde grondstoffen. Toen hij zich naar haar toe spoedde, merkte Ymir met vreugde op dat uit haar uier vier groote stroomen melk vloeiden, die in ruime mate voedsel verstrekken zouden.
Aan al zijn behoeften was dus voldaan; maar de koe, rondziende naar voedsel op haar beurt, begon met haar ruwe tong het zout af te likken van een ijsblok in de buurt. Hiermee ging zij voort totdat het haar van een god verscheen en dan het gansche hoofd opdook uit zijn ijzig omhulsel, totdat langzamerhand Buri (de voortbrenger) vrij ten voeten uit te voorschijn stapte.
Terwijl de koe dus bezig was geweest, was Ymir in slaap gevallen, en terwijl hij sliep werden een zoon en dochter geboren uit de uitwaseming onder zijn oksel, en zijn voeten brachten den zeshoofdigen reus Thrudgelmir voort, die, kort na zijn geboorte, op zijn beurt het leven schonk aan den reus Bergelmir van wien al de booze vorstreuzen afstammen.
Men zegt van Hrim-thurs,
Dat uit z’n oksel voort
Een knaap, een meisje kwam,
Dien wijzen Jötun
Heeft voet met voet verwekt
Zeshoofdigen zoon.
Saemunds Edda.