Читать книгу Keur van Nederlandsche Synoniemen - Teunis Pluim - Страница 27
24. Hoedanigheid—eigenschap.
ОглавлениеWat aan iets eigen is of het kenmerkt.
Is het kenmerkende meer toevallig aan de zelfstandigheid eigen, dan spreekt men van hoedanigheid; is dat kenmerkende aan het bestaan der zelfstandigheid noodwendig verbonden, dus van blijvenden aard, dan gebruikt men eigenschap. Als een blad papier dik of dun, goed beschrijfbaar, geel of wit is, zijn dat hoedanigheden; men kan immers deze hoedanigheden anders maken, zonder dat de stof ophoudt papier te zijn. Postpapier is beschrijfbaar, dit is een eigenschap er van, immers zonder die „hoedanigheid” zou het postpapier niet kunnen dienen.
Steenkolen hebben de —, dat zij brandbaar zijn. Geven zij bij de verbranding weinig roet, dan is dat een goede —.
Een bol heeft de —, dat hij rond is.
In zijn — als voogd, heeft hij uitstekend voor zijn neef gezorgd.
Deelbaarheid is een algemeene — der lichamen.
Deze dienstbode bezit vele goede —, en daarom kan ik haar wel aanbevelen.