Читать книгу Keur van Nederlandsche Synoniemen - Teunis Pluim - Страница 41
38. Plagen—kwellen.
ОглавлениеIemand verdriet of onaangenaamheden veroorzaken.
Plagen onderstelt, dat het verdriet niet bijzonder groot is, terwijl kwellen aanwijst, dat men iemand werkelijk leed (pijn, enz.) aandoet. Je mag den hond niet zoo plagen, maar nog minder mag je hem kwellen.—Plagen wordt ook gebruikt in verbinding met hongersnood, pest, duurte en andere onheilen, die al of niet als een straffe Gods worden aangemerkt. Het land werd met hongersnood geplaagd. (Denk ook aan de plagen van Egypte!)
De reiziger werd door een hevigen dorst —.
Gij moet de meid niet zoo —, door haar telkens om een wissewasje binnen te laten komen.
Wie de dieren —, heeft ook voor de menschen geen goed hart.
Gij moet dat kleine kind niet zoo —.
Karel V werd vaak door jicht —.
Mijn broer — mijn zuster altijd met haar dwazen hoed.
Zijn knagend geweten — hem dag en nacht.