Читать книгу Uit Oost en West: verklaring van eenige uitheemsche woorden - Pieter Johannes Veth - Страница 15

Fezikken.

Оглавление

Inhoudsopgave

Fezikken schrijf ik met Weiland, en niet feziken, zooals de Vries en te Winkel en ook van Dale hebben, omdat het woord mij gevormd schijnt naar de analogie van amokken, batikken, tandakken, en dergelijke.

Ik houd namelijk fezikken voor eene gewijzigde uitspraak van bisikken, dat men in Indië zal gevormd hebben van het Maleische bisik, in 't Javaansch ook wisik, een zeer gewoon woord, dat fluisteren, stilletjes of heimelijk praten beteekent, en waarvan ook vooral de geredupliceerde vorm bisik-bisik in gebruik is. De beteekenis van fezikken is geheel dezelfde. Ik kan van Dale niet toegeven dat dit woord verouderd is, want ik heb het, vooral te Dordrecht, dikwijls hooren gebruiken, ook in het afgeleide gefezik. Ik kan er echter vrede mede hebben, als dat „verouderd” alleen slaat op de schrijftaal. Trouwens daarin is fezikken zeker, evenals andere dergelijke woorden uit de volkstaal, altijd zeer zeldzaam geweest. Weiland haalt echter een voorbeeld aan van Westerbaen: „ick sat... te fesikken van u.”

Dr. Franck heeft in zijn Etymologisch Woordenboek eene afleiding uit het Germaansch beproefd, namelijk als verbaal afleidsel met iteratief-diminutive beteekenis van het oude fezen of vezen (met vergelijking, wat den vorm betreft, van hinniken en ginniken of grinniken). Dat zijne afleiding mogelijk is, geef ik toe; daar echter het woord fezikken in het oud-Nederlandsch niet voorkomt, waag ik het ook de mijne, die stellig eenvoudiger is, daarnevens te stellen. Misschien ben ik geneigd den invloed van het Maleisch op het Nederlandsch te overdrijven; maar dit is een natuurlijk gevolg daarvan, dat die gewoonlijk schier geheel wordt voorbijgezien. Om duidelijk te bewijzen hoe verkeerd men daarin handelt, laat ik thans een woord volgen, waarvan de oorsprong uit het Maleisch volstrekt onbetwistbaar is.

Uit Oost en West: verklaring van eenige uitheemsche woorden

Подняться наверх