Читать книгу Oudewater en omtrek, Geologisch, Mythologisch en Geschiedkundig Geschetst - Willem Cornelis van Zijll - Страница 16

DE GESCHIEDENIS VAN DEN HOLLANDSCHEN IJSSEL.

Оглавление

Inhoudsopgave

De vorming van veen, derrie, ijzeroer, enz. gaat steeds haren gang. Reeds voorlang zijn duizenden planten van een kort bestaan en los weefsel, vervangen door een aantal krachtige boomsoorten, in zulk eene menigte bij elkander staande, dat zij den naam van „woudreuzen” ten volle waardig zijn.

Alomme doorkruisen talrijke rivieren ons land, en de schoone Europesche rivier de Rijn, door onzen Borger „de grootvorst van Europa’s stroomen” genoemd, splitst zich in verschillende armen, als wilde hij de geheele landstreek in eenen vruchtbaren beemd herscheppen. Ook de Hollandsche IJssel was een tak des statigen Rijns; ook deze omtrek deelde dus in het voorregt, zijne met allervruchtbaarste slib bezwangerde wateren, over zijne bedding te laten heenvlieten.

Ofschoon hij—de IJssel—nu van tijd tot tijd deze zijne bedding eenigzins verlegt—want alle rivieren deden dit—blijft hij zijne rigting toch door deze streek houden, en de loop bijna dezelfde.

Men wete echter, dat de rivierstroom toen niet zoo snel voortschoof als tegenwoordig: de boschrijke gesteldheid dezer streek, waardoor hij zich doortogt baande, was daarvoor groote hindernisse.

Zacht alzoo, stuwde de IJssel zijne wateren door woud en beemden en over veengrond immer voorwaarts, tot in den breeden schoot des woelenden oceaans. De slib waarmede de vloed beladen was, bleef op, of langs struiken en boomen hangen en vestigde zich goeddeels, gehoorzaam aan de wetten der zwaartekracht, op zijne bedding: deze slibtoevoer of dit kleibezakken is de rivierbezinking.

Weldra was dan ook geheel deze streek met eene breede streep klei doorweven, zeer afstekende bij den veengrond, waarop zij zich gevestigd had en die haar omringde.

Immer hield deze nieuwe alluviale vorming aan; ja met zulke snelheid ging de opeenstapeling van rivierslib op rivierslib voort, dat zij zich spoedig tot op eene aanmerkelijke dikte had nedergelegd. Hierdoor ontstond land, dat men met den naam van Waardland, of ook wel kortweg met dien van Waard bestempelde. Dit woord is verwant met ons tegenwoordig werkwoord worden, zoodat men door waard gerustelijk aangeslibt, of geworden land kan verstaan.

De Uiterwaarden langs den IJssel gelegen, herinneren nog aan dezen naam. In Oudewater nu was,—te oordeelen naar de zich soms 3,10 Ned. el in den grond bevindende kleilaag—dat landworden reeds vroeg begonnen. De bewoners, die zich hier gevestigd hadden, bemerkten dit, en ziende, dat—niettegenstaande er reeds vele plekken waren, die bij gewone vloeden niet meer aan overstroomen onderworpen waren—er toch nog steeds nieuwe of jonge waarden gevormd werden, noemden zij daarom de plaats hunner vestiging—om ons van de tegenwoordige spelling der taal te bedienen—Oude Waarden. Hoogstwaarschijnlijk sprak men den naam dezer plaats naderhand Oudewaerten uit, doorliep vervolgens den overgang Oudewaeter, en behield daarna zijnen tegenwoordigen naam. En zie hier den

Oudewater en omtrek, Geologisch, Mythologisch en Geschiedkundig Geschetst

Подняться наверх