Читать книгу Oudewater en omtrek, Geologisch, Mythologisch en Geschiedkundig Geschetst - Willem Cornelis van Zijll - Страница 9

LAAG VEEN.

Оглавление

Reeds heeft men op pag. 11 gezien, dat de diluviale gronden en wateren met een plantenheir overtogen waren; ook weet men, dat door de onveranderlijke wetten der schoone natuur, elk grashalmpje, hoe klein, elke bloem, hoe statig en forsch ook, hoe meer zij hare ontwikkeling nabij komt, zij ook des te meer haren dood, dat is: hare ontbinding nadert. Ook de planten, die het diluvium van zijne naaktheid hadden beroofd, ook zij moesten eenmaal der natuurwetten dezen tol betalen.

De ontleding van planten tot laag veen gaat niet dan met hulp en medewerking van andere stoffen. Water en lucht brengen het hunne er toe bij, terwijl de bodem waarop de verrotting plaats grijpt, mede eenig deel daaraan neemt.

Planten alzoo, die aan, op of in het water leven en tot ontbinding overgaan, worden laag veen met behulp der lucht, die in het water opgelost is, met behulp van het water zelf; en eindelijk door medewerking van de aarde, omdat de ontbonden plantenstof zich gedeeltelijk met den bodem, waarop zij zich plaatst, vereenigt. Derhalve, het veen dat in onze streken aanwezig is, ontstond, omdat het water, of de met water te veel doortrokken grond, belette, om de plant den gewonen weg der ontbinding te doen ondergaan.

Door te verklaren, welke die laatste weg is, komen wij op eene tweede alluviale grondsoort, tot de

Oudewater en omtrek, Geologisch, Mythologisch en Geschiedkundig Geschetst

Подняться наверх