Читать книгу Woordenlijst voor de spelling der Nederlandsche Taal - L. A. te Winkel - Страница 31

Het gebruik van het samentrekkingsteeken.

Оглавление

Inhoudsopgave

90. Het samentrekkingsteeken (^) dient om aan te duiden, dat eene lettergreep, ten gevolge van de uitlating eener d tusschen twee klinkers, door de samensmelting van twee lettergrepen ontstaan is; als in daân, gebeên, gebiên, geboôn, spoên, reên, uit daden, gebeden, gebieden, geboden, spoeden, redenen. De woorden, waarbij zulk eene samentrekking heeft plaats gehad, zijn vrij talrijk, en—althans voor het groote publiek—niet altijd gemakkelijk te herkennen. Zoo zal niet iedereen gevoelen, dat de woorden graag, kwee, kweelen, kiel (kleedingstuk), door (van een ei), samentrekkingen zijn van gradig, kwede, kwedelen, kedel of kidel en doder. Zelfs wanneer het woord nog onveranderd in gebruik is, kan de samentrekking licht onopgemerkt blijven; als bij weerlichten uit wederlichten (hd. wetterleuchten), bij builen (bakkerw.) van buidel, en andere. Daar derhalve het aanduiden van alle samentrekkingen zeer lastig zou wezen en in de meeste gevallen volstrekt geen nut zou hebben, bezigen wij het samentrekkingsteeken alleen dan, wanneer de ineensmelting van twee lettergrepen, die in den gewonen stijl niet samengetrokken worden, opzettelijk, met bewustheid, plaats heeft ten behoeve van maat, rijm of welluidendheid, als b. v. daân, leên, liên, doôn, voên, verneêren en dergelijke ongewone vormen, bij welke de opzettelijke aanduiding der samentrekking voor de duidelijkheid wenschelijk is. Bij samentrekkingen echter als la voor lade, mee voor mede, slee voor slede, leer voor leder, neer voor neder, veer voor veder, weer voor weder enz., die in het dagelijksch leven werkelijk zóó worden uitgesproken, achten wij het teeken geheel overtollig.

1 Zie vooral M. (J. A. Alberdingk Thijm), Over de Spelling van de Bastaartwoorden. Amsterd. 1843.

Woordenlijst voor de spelling der Nederlandsche Taal

Подняться наверх