Читать книгу Woordenlijst voor de spelling der Nederlandsche Taal - L. A. te Winkel - Страница 36

B

Оглавление

Inhoudsopgave

B, V., b’s.

Ba.

Baadje, O.

Baai (wollen stof), V., baaien.

Baai (zeearm), V., baaien.

Baai (roode baai, wijn), V.

Baaierd, M.

Baai-tabak, V.

Baaivanger, M., baaivangers.

Baak, V., baken.

Baakstok, M., baakstokken.

Baal, V., balen. Baaltje, O., baaltjes.

Baan, V., banen. Baantje, O., baantjes.

Baanbreker, M., baanbrekers.

Baanderheer, M., baanderheeren.

Baanvak, O., baanvakken.

Baanveger, M., baanvegers.

Baanwachter, M., baanwachters.

Baar (nieuweling), M., baren.

Baar (draagwerktuig), V., baren.

Baar (golf), V., baren.

Baar (staaf), V., baren.

Baar (bnw.), bare.

Baarblijkelijk, baarblijkelijker, baarblijkelijkst.

Baarblijkelijkheid, V.

Baard, M., baarden. Baardje, O., baardjes.

Baardeloos, baardelooze.

Baardig, baardiger, baardigst.

Baardschrapper, M., baardschrappers.

Baarlijk.

Baarmoeder, V., baarmoeders.

Baars (een visch), M., baarzen. Als stofnaam, V. Baarsje, O., baarsjes.

Baarvlies, O., baarvliezen.

Baas (meester), M., bazen. Baasje, O., baasjes.

Baas (voetstuk), V., bazen.

Baasschap, O.

Baat, V., baten.

Baatzucht, V.

Baatzuchtig, baatzuchtiger, baatzuchtigst.

Baatzuchtigheid, V.

Babbelaar, M., babbelaars.

Babbelaarster, V., babbelaarsters.

Babbelachtig, babbelachtiger, babbelachtigst.

Babbelarij, V., babbelarijen.

Babbelen, babbelde, heeft gebabbeld.

Babbelguigje, O., babbelguigjes.

Babbelkous, M. en V., babbelkousen; babbelkousje, O., babbelkousjes.

Babijn, V., babijnen.

Baboe, V., baboe’s.

Babok, M., babokken.

Babokkig, babokkiger, babokkigst.

Bacchanaal, O., bacchanalen.

Bacil, M., bacillen.

Bacove, V., bacoven.

Bacovencultuur, V.

Bacterie, V., bacteriën.

Bacteriologie, V.

Bacteriologisch.

Bacterioloog, M., bacteriologen.

Bad, O., baden. Badje, O., badjes.

Baden, baadde, heeft gebaad.

Bader, M., baders.

Badgast, M. en V., badgasten.

Badhemd, O., badhemden.

Badhuis, O., badhuizen.

Badinrichting, V., badinrichtingen.

Badkachel, V., badkachels.

Badkamer, V., badkamers; badkamertje, O., badkamertjes.

Badknecht, M., badknechts.

Badkoets, V., badkoetsen; badkoetsje, O., badkoetsjes.

Badkostuum, O., badkostuums.

Badkuip, V., badkuipen.

Badkuur, V., badkuren.

Badmeester, M., badmeesters.

Badmuts, V., badmutsen.

Badplaats, V., badplaatsen.

Badvrouw, V., badvrouwen.

Baffen, bafte, heeft gebaft.

Bag, V., baggen.

Bagage, V., bagages.

Bagagereçu, O., bagagereçu’s.

Bagagewagen, M., bagagewagens.

Bagatel, V. en O., bagatellen. Bagatelletje, O., bagatelletjes.

Bagger, V.

Baggeren, baggerde, heeft gebaggerd.

Baggerman, M., baggerlieden en baggerlui.

Baggermolen, M., baggermolens.

Baggernet, O., baggernetten.

Baggerpraam, V., baggerpramen.

Baggerschuit, V., baggerschuiten.

Bagno, O., bagno’s.

Bajadère, V., bajadèren en bajadères.

Bajonet, V., bajonetten.

Bajonetaanval, M., bajonetaanvallen.

Bajonetscheede, V., bajonetscheeden.

Bajonetsteek, M., bajonetsteken.

Bak, M., bakken. Bakje, O., bakjes.

Bakbeest, O., bakbeesten.

Bakboord, O., bakboorden.

Bakboordswacht, V., bakboordswachten.

Baken, O., bakens.

Bakenen, bakende, heeft gebakend.

Bakengeld, O., bakengelden.

Bakenmeester, M., bakenmeesters.

Bakenwezen, O.

Baker, V., bakers.

Bakerdienst, M., bakerdiensten.

Bakeren, bakerde, heeft gebakerd.

Bakerkind, O., bakerkinderen.

Bakermand, V., bakermanden.

Bakermat, V., bakermatten.

Bakermoer, V., bakermoers.

Bakerpop, V., bakerpoppen.

Bakerpraat, M., bakerpraatje, O., bakerpraatjes.

Bakerrijm, O., bakerrijmen.

Bakerspeld, V., bakerspelden.

Bakhuis (bakkes), O., bakhuizen.

Bakkebaard, M., bakkebaarden; bakkebaardje, O., bakkebaardjes.

Bakkeleien, bakkeleide, heeft gebakkeleid.

Bakken (koken), bakte, heeft gebakken.

Bakken (op ’t verkeerbord spelen), bakte, heeft gebakt.

Bakker, M., bakkers.

Bakkerij, V., bakkerijen.

Bakkerin, V., bakkerinnen.

Bakkersbedrijf, O.

Bakkersbeweging, V., bakkersbewegingen.

Bakkersbond, M., bakkersbonden.

Bakkersgezel, M., bakkersgezellen.

Bakkersknecht, M., bakkersknechts.

Bakkersleerling, M., bakkersleerlingen.

Bakkersnering, V., bakkersneringen.

Bakkersoven, M., bakkersovens.

Bakkersschotel, M., bakkersschotels.

Bakkerstor, V., bakkerstorren.

Bakkerswagen, M., bakkerswagens.

Bakkerswinkel, M., bakkerswinkels.

Bakkes, O., bakkesen. Bakkesje, O., bakkesjes.

Bakloon, O., bakloonen.

Bakmeel, O.

Bakoven, M., bakovens.

Bakpan, V., bakpannen.

Baksel, O., baksels. Bakseltje, O., bakseltjes.

Baksmaat, M., baksmaats.

Bakstag, O., bakstagen.

Bakstagskoelte, V.

Baksteen, M., baksteenen; baksteentje, O., baksteentjes.

Baktrog, M., baktroggen.

Bakvisch, V.

Bakzeilhalen, haalde bakzeil, heeft bakzeilgehaald.

Bal (rond lichaam), M., ballen. Balletje, O., balletjes.

Bal (danspartij), O., bals.

Balanceeren, balanceerde, heeft gebalanceerd.

Balanceermes, O., balanceermessen.

Balanceerstok, M., balanceerstokken.

Balans, V., balansen. Balansje, O., balansjes.

Balansboek, O., balansboeken.

Balansenmaker, M., balansenmakers.

Balansrekening, V., balansrekeningen.

Balboekje, O., balboekjes.

Baldadig, baldadiger, baldadigst.

Baldadigheid, V., baldadigheden.

Baldakijn, M., baldakijns en baldakijnen.

Balderen, balderde, heeft gebalderd.

Balein (de stof), O.; (het bewerkte), V., baleinen.

Baleinen (bnw.).

Balg, M., balgen.

Balie, V., baliën en balies.

Baliekluiver, M., baliekluivers.

Baliemand, V., baliemanden.

Baliewelsprekendheid, V.

Baljapon, V., baljaponnen en baljapons.

Baljaren, baljaarde, heeft gebaljaard.

Baljuw, M., baljuwen en baljuws.

Balk, M., balken. Balkje, O., balkjes.

Balken, balkte, heeft gebalkt.

Balklaag, V., balklagen.

Balkon, O., balkons.

Balkonkamer, V., balkonkamers.

Balkostuum, O., balkostumes.

Ballade, V., balladen en ballades.

Ballast, M., ballasten.

Ballasten, ballastte, heeft geballast.

Ballastondernemer, M., ballastondernemers.

Ballastschuitje, O., ballastschuitjes.

Ballen, balde, heeft gebald.

Ballet, O., balletten.

Balletdanseres, V., balletdanseressen.

Balletmeester, M., balletmeesters.

Balletmuziek, V.

Balling, M. en V., ballingen; V. ook ballinge.

Ballingschap, V.

Ballon, M., ballons.

Ballotage, V., ballotages.

Balloteeren, balloteerde, heeft geballoteerd.

Baloorig, balooriger, baloorigst.

Baloorigheid, V.

Balsem, M., balsems.

Balsemachtig.

Balsemen, balsemde, heeft gebalsemd.

Balsemgeur, M., balsemgeuren.

Balsemine, V., balseminen.

Balsturig, balsturiger, balsturigst.

Balsturigheid, V.

Baltoilet, O., baltoiletten.

Balustrade, V., balustraden en balustrades.

Balzaal, V., balzalen.

Bamboes en bamboe, O., bamboezen.

Ban, M., bannen.

Banaal, banaler, banaalst.

Banaan, V., bananen.

Banaliteit, V., banaliteiten.

Banco, O.

Band (de stof), O.; (een stuk der stof), M., banden. Bandje, O., bandjes.

Bandelier, M., bandelieren en bandeliers.

Bandeloos, bandelooze.

Bandeloosheid, V.

Banderol, V., banderollen.

Bandiet, M., bandieten.

Bandietentroep, M., bandietentroepen.

Bandrekel, M., bandrekels.

Banen, baande, heeft gebaand.

Bang, banger, bangst.

Bangheid, V.

Bangigheid, V.

Bangmakerij, V., bangmakerijen.

Banier, V., banieren.

Banierdrager, M., banierdragers.

Banjer, M., banjers.

Banjerheer, M., banjerheeren.

Bank, V., banken. Bankje, O., bankjes.

Bankbiljet, O., bankbiljetten; bankbiljetje, O., bankbiljetjes.

Bankbreuk, V.

Bankbriefje, O., bankbriefjes.

Bankdisconto, O.

Banken, bankte, heeft gebankt.

Banket, O., banketten.

Banketbakker, M., banketbakkers.

Banketeerder, M., banketeerders.

Banketeeren, banketeerde, heeft gebanketeerd.

Bankethammetje, O., bankethammetjes.

Banketletter, V., banketletters.

Bankhouder, M., bankhouders.

Bankier, M., bankiers. Bankiertje, O., bankiertjes.

Bankiershuis, O., bankiershuizen.

Bankierskantoor, O., bankierskantoren.

Banknoot, V., banknoten; banknootje, O., banknootjes.

Bankoctrooi, O., bankoctrooien.

Bankpapier, O.

Bankroet, O., bankroeten. Bankroetje, O., bankroetjes.

Bankroetier, M., bankroetiers.

Bankschroef, V., bankschroeven.

Bankwerker, M., bankwerkers.

Bankwet, V., bankwetten.

Bankwezen, O.

Bankzaak, V., bankzaken.

Banneling, M. en V., bannelingen. V. ook bannelinge.

Bannen, bande, heeft gebannen.

Banning, V.

Banvloek, M.

Bar, barder, barst.

Barak, V., barakken.

Barbaar, M., barbaren.

Barbaarsch.

Barbaarschheid, V., barbaarschheden.

Barbarisme, O., barbarismen.

Barbeel, M., barbeelen.

Barbier, M., barbieren en barbiers. Barbiertje, O., barbiertjes.

Barbieren, barbierde, heeft gebarbierd.

Barbiersjongen, M., barbiersjongens.

Barbierswinkel, M., barbierswinkels.

Barcarolle, V., barcarolles.

Bard, M., barden.

Baren, baarde, heeft gebaard.

Barensnood, M.

Barensteel, M., barenstelen.

Barenswee, O. en V., barensweeën.

Baret, V., baretten. Baretje, O., baretjes.

Barg, M., bargen.

Barge, V., barges.

Barghout, O., barghouten.

Bargoensch, O.

Barheid, V., barheden.

Baring, V.

Bark, V., barken.

Barkas, V., barkassen.

Barm, M., barmen.

Barmhartig, barmhartiger, barmhartigst.

Barmhartigheid, V., barmhartigheden.

Barmte, V., barmten.

Barnen, barnde, heeft gebarnd.

Barning, V.

Barnsteen, O.

Barnsteenen (bnw.).

Barnsteenzuur, O.

Barok, barokker, barokst.

Barometer, M., barometers.

Barometerstand, M., barometerstanden.

Baron, M., barons en baronnen.

Barones, V., baronessen.

Baronie, V., baronieën.

Barrevoeter, M., barrevoeters.

Barrevoets.

Barribaal, M., barribalen.

Barricade, V., barricaden.

Barricadeeren, barricadeerde, heeft gebarricadeerd.

Barricaden-oorlog, M.

Barrière, V., barrières.

Barrière-tractaat, O.

Barsch, barscher, barscht.

Barschheid, V.

Barst, M., barsten. Barstje, O., barstjes.

Barsten, barstte, is gebarsten; ook borst, is geborsten.

Bas (baszanger), M., bassen.

Bas (speeltuig en baspartij), V., bassen.

Basalt, O.

Basalten (bnw.).

Bas-aria, V., bas-aria’s.

Bascule, V., basculen en bascules.

Basiliek, V., basilieken.

Basilisk, M., basilisken.

Basis, V., basissen of bases.

Basnoot, V., basnoten.

Baspartij, V., baspartijen.

Bas-relief, O., bas-reliefs.

Bassa, M., bassa’s.

Bassen, baste, heeft gebast.

Bassethoorn en bassethoren, M., bassethoorns en bassethorens.

Bassist, M., bassisten.

Basstem, V., basstemmen.

Bast, M., basten.

Basta, V., basta’s.

Basta (genoeg).

Bastaard en basterd, M., bastaarden en bastaards of basterds.

Bastaardij, V.

Bastaardwoord, O., bastaardwoorden.

Bastachtig.

Basteloos, bastelooze.

Basterdnachtegaal, M., basterdnachtegalen en basterdnachtegaals.

Basterdsuiker, V.

Bastion, O., bastions.

Baszanger, M., baszangers.

Bataaf, M., Bataven.

Bataafsch.

Bataljon, O., bataljons.

Batavier, M., Batavieren.

Bate. Zie Baat.

Bate (Ten bate).

Baten, baatte, heeft gebaat.

Batig.

Batikken, batikte, heeft gebatikt.

Batist, O.

Batisten (bnw.).

Batterij, V., batterijen.

Bauwen, bauwde, heeft gebauwd.

Baviaan, M., bavianen. Baviaantje, O., baviaantjes.

Bavianengezicht, O., bavianengezichten.

Bazaar en bazar, M., bazaars en bazars.

Bazelen, bazelde, heeft gebazeld.

Bazin, V., bazinnen. Bazinnetje, O., bazinnetjes.

Bazuin, V., bazuinen.

Bazuingeschal, O.

Beaarding, V.

Beademen, beademde, heeft beademd.

Beambte, M. en V., beambten.

Beamen, beaamde, heeft beaamd.

Beaming, V.

Beangst.

Beangstheid, V.

Beangstigen, beangstigde, heeft beangstigd.

Beangstiging, V.

Beantwoorden, beantwoordde, heeft beantwoord.

Beantwoorder, M., beantwoorders.

Beantwoording, V., beantwoordingen.

Bearbeiden, bearbeidde, heeft bearbeid.

Bearbeider, M., bearbeiders.

Bearbeiding, V., bearbeidingen.

Beasemen, beasemde, heeft beasemd.

Bebinden, bebond, heeft bebonden.

Beblaard.

Bebloeden, bebloedde, heeft bebloed.

Beboeten, beboette, heeft beboet.

Beboeting, V., beboetingen.

Bebolwerken, bebolwerkte, heeft bebolwerkt.

Bebouwen, bebouwde, heeft bebouwd.

Bebouwer, M., bebouwers.

Bebouwing, V., bebouwingen.

Becijferen, becijferde, heeft becijferd.

Becijfering, V., becijferingen.

Bed, O., bedden. Bedje, O., bedjes.

Bedaagd, bedaagder, bedaagdst.

Bedaagdheid, V.

Bedaard, bedaarder, bedaardst.

Bedaardheid, V.

Bedacht.

Bedachtzaam, bedachtzamer, bedachtzaamst,

Bedachtzaamheid, V.

Bedammen, bedamde, heeft bedamd.

Bedankbrief, M., bedankbrieven.

Bedanken, bedankte, heeft bedankt.

Bedanking, V.

Bedankje, O., bedankjes.

Bedaren, bedaarde, heeft en is bedaard.

Bedaring, V.

Bedauwen, bedauwde, heeft bedauwd.

Beddedeken, V., beddedekens.

Beddegoed, O.

Beddejak, O., beddejakken.

Beddekussen, O., beddekussens.

Beddekwast, M., beddekwasten.

Beddelaken, O., beddelakens.

Bedden, bedde, heeft gebed.

Beddenmaker, M., beddenmakers.

Beddenwinkel, M., beddenwinkels.

Beddepan, V., beddepannen.

Beddeplank, V., beddeplanken.

Beddesprei, V., beddespreien.

Beddetafel, V., beddetafels; beddetafeltje, O., beddetafeltjes.

Beddetijk, V.

Beddewarmer, M., beddewarmers.

Beddezak, M., beddezakken.

Bedding, V., beddingen.

Bede, V., beden.

Bededag, M., bededagen.

Bedeelen, bedeelde, heeft bedeeld.

Bedeeler, M., bedeelers.

Bedeeling, V., bedeelingen.

Bedeesd, bedeesder, bedeesdste.

Bedeesdheid, V.

Bedehuis, O., bedehuizen.

Bedekken, bedekte, heeft bedekt.

Bedekking, V., bedekkingen.

Bedeklokje, O.

Bedeksel, O., bedeksels en bedekselen.

Bedekt, bedekter, bedektst.

Bedektelijk.

Bedelaar, M., bedelaars en bedelaren.

Bedelaarsdeken, V., bedelaarsdekens.

Bedelaarsdoelen, M.

Bedelaarskolonie, V., bedelaarskoloniën.

Bedelaarster, V., bedelaarsters.

Bedelares, V., bedelaressen.

Bedelarij, V.

Bedelbrief, M., bedelbrieven.

Bedelbroeder, M., bedelbroeders.

Bedelbrok, M. en O., bedelbrokken.

Bedelbrood, O.

Bedelen, bedelde, heeft gebedeld.

Bedelkind, O., bedelkinderen.

Bedelmonnik, M., bedelmonniken.

Bedelorde, V., bedelorden.

Bedelpartij, V., bedelpartijen.

Bedelstaf, M.

Bedelven, bedolf, bedolven, heeft bedolven.

Bedelzak, M., bedelzakken.

Bedenkdag, M., bedenkdagen.

Bedenkelijk, bedenkelijker, bedenkelijkst.

Bedenkelijkheid, V.

Bedenken, bedacht, heeft bedacht.

Bedenking, V., bedenkingen.

Bedenktijd, M.

Bederf, O.

Bederfelijk, bederfelijker, bederfelijkst.

Bederfelijkheid, V.

Bederfwerend.

Bederven, bedierf, bedierven, heeft en is bedorven.

Bederver, M., bedervers.

Bedestond, M., bedestonden.

Bedevaart, V., bedevaarten.

Bedevaartganger, M., bedevaartgangers.

Bedevaartgangster, V., bedevaartgangsters.

Bedgenoot, M., bedgenooten.

Bedgenoote, V., bedgenooten.

Bedgordijn, V. en O., bedgordijnen.

Bedienaar, M., bedienaren en bedienaars.

Bedienares, V., bedienaressen.

Bediende, M. en V., bedienden.

Bediendenkamer, V., bediendenkamers.

Bediendentafel, V., bediendentafels.

Bedienen, bediende, heeft bediend.

Bediening, V., bedieningen.

Bedijen, bedijde, is bedijd.

Bedijken, bedijkte, heeft bedijkt.

Bedijker, M., bedijkers.

Bedijking, V., bedijkingen.

Bedilal, M. en V., bedilallen.

Bedillen, bedilde, heeft bedild.

Bediller, M., bedillers.

Bedilziek, bedilzieker, bedilziekst.

Bedilzucht, V.

Beding, O., bedingen.

Bedingen, bedong, heeft bedongen.

Bedisselen, bedisselde, heeft bedisseld.

Bedlegerig.

Bedlegerigheid, V.

Bedoelen, bedoelde, heeft bedoeld.

Bedoeling, V., bedoelingen.

Bedoen, bedeed, bededen, heeft bedaan.

Bedompt, bedompter, bedomptst.

Bedomptheid, V.

Bedonderen, bedonderde, heeft bedonderd.

Bedotten, bedotte, heeft bedot.

Bedotter, M., bedotters.

Bedrag, O., bedragen.

Bedragen, bedroeg, heeft bedragen.

Bedreigen, bedreigde, heeft bedreigd.

Bedreiging, V., bedreigingen.

Bedremmeld, bedremmelder, bedremmeldst.

Bedremmeldheid, V.

Bedremmelen, bedremmelde, heeft bedremmeld.

Bedreven, bedrevener, bedrevenst.

Bedrevenheid, V.

Bedriegen, bedroog, bedrogen, heeft bedrogen.

Bedrieger, M., bedriegers.

Bedriegerij, V., bedriegerijen.

Bedrieglijk, bedrieglijker, bedrieglijkst.

Bedrieglijkheid, V.

Bedriegster, V., bedriegsters.

Bedrijf, O., bedrijven.

Bedrijfal, M. en V., bedrijfallen.

Bedrijfsbelasting, V., bedrijfsbelastingen.

Bedrijfskapitaal, O., bedrijfskapitalen.

Bedrijten, bedreet, bedreten, heeft bedreten.

Bedrijven, bedreef, bedreven, heeft bedreven.

Bedrijvend.

Bedrijver, M., bedrijvers.

Bedrijvig, bedrijviger, bedrijvigst.

Bedrijvigheid, V.

Bedrillen, bedrilde, heeft bedrild.

Bedrinken, bedronk, heeft bedronken.

Bedroefd, bedroefder, bedroefdst.

Bedroefdheid, V.

Bedroeven, bedroefde, heeft bedroefd.

Bedrog, O.

Bedroppelen en bedruppelen, bedroppelde (bedruppelde), heeft bedroppeld (bedruppeld).

Bedruipen, bedroop, bedropen, heeft bedropen.

Bedrukken, bedrukte, heeft bedrukt.

Bedrukt, bedrukter, bedruktst.

Bedruktheid, V.

Bedruppelen. Zie Bedroppelen.

Bedsermoen, O., bedsermoenen.

Bedstede en bedstee, V., bedsteden. Bedsteetje, O., bedsteetjes.

Beducht, beduchter, beduchtst.

Beduchtheid, V.

Beduiden, beduidde, heeft beduid.

Beduidenis, V.

Beduiding, V., beduidingen.

Beduimelen, beduimelde, heeft beduimeld.

Beduimeling, V., beduimelingen.

Bedunken, O.

Beduusd.

Bedwang, O.

Bedwelmd.

Bedwelmen, bedwelmde, heeft bedwelmd.

Bedwelming, V., bedwelmingen.

Bedwingen, bedwong, heeft bedwongen.

Bedwinger, M., bedwingers.

Beëedigen, beëedigde, heeft beëedigd.

Beëediger, M., beëedigers.

Beëediging, V., beëedigingen.

Beefaal, M., beefalen.

Beek, V., beken. Beekje, O., beekjes.

Beekbunge, V.

Beeld, O., beelden. Beeldje, O., beeldjes.

Beelden, beeldde, heeft gebeeld.

Beeldenaar, M., beeldenaars.

Beeldendienaar, M., beeldendienaars.

Beeldendienst, M.

Beeldengalerij, V., beeldengalerijen.

Beeldenstorm, M.

Beelderig, beelderiger, beelderigst.

Beeldhouwen, beeldhouwde, heeft gebeeldhouwd.

Beeldhouwer, M., beeldhouwers.

Beeldhouwerij, V.

Beeldhouwkunst, V.

Beeldhouwwerk, O., beeldhouwwerken.

Beeldig, beeldiger, beeldigst.

Beeldjeskoop, M., beeldjeskoopen.

Beeldrijk, beeldrijker, beeldrijkst.

Beeldrijkheid, V.

Beeldschoon.

Beeldspraak, V., beeldspraken.

Beeldstormer, M., beeldstormers.

Beeldstormerij, V., beeldstormerijen.

Beeltenis, V., beeltenissen.

Beemd, M., beemden.

Beemdklaver, V.

Been, O., beenen. (Op de been). Beentje, O., beentjes.

Been (gebeente), O., beenderen. Beentje, O., beentjes.

Beenachtig.

Beenbreuk, V., beenbreuken.

Beenderasch, V.

Beenderhuis, O., beenderhuizen.

Beendermeel, O.

Beendersoep, V.

Beendroog.

Beenen (bnw.).

Beeneter, M., beeneters.

Beenig, beeniger, beenigst.

Beenzwart, O.

Beer (varken, waterkeering, muurstut en heiblok), M., beeren. Beertje, O., beertjes.

Beer (verscheurend dier), M., beren. Beertje, O., beertjes.

Beer (drek), M.

Beerput, M., beerputten.

Beërven, beërfde, heeft beërfd.

Beërving, V.

Beest, O., beesten (V. in De beest spelen). Beestje, O., beestjes.

Beestachtig, beestachtiger, beestachtigst.

Beestachtigheid, V., beestachtigheden.

Beestenboel, M.

Beestenmarkt, V., beestenmarkten.

Beestenspel, O., beestenspellen.

Beestenstal, M., beestenstallen.

Beestentemmer, M., beestentemmers.

Beestig, beestiger, beestigst.

Beestigheid, V., beestigheden.

Beet (hap), M., beten.

Beet (wortel), V., beten.

Beethebben, heeft beet, had beet, hadden beet, heeft beetgehad.

Beetje, O., beetjes.

Beetkrijgen, kreeg beet, kregen beet, heeft beetgekregen.

Beetnemen, nam beet, namen beet, heeft beetgenomen.

Beetpakken, pakte beet, heeft beetgepakt.

Beetwortel, M., beetwortels en beetwortelen.

Beetwortelsuiker, V., beetwortelsuikers.

Beetwortelsuikerfabriek, V., beetwortelsuikerfabrieken.

Bef, V., beffen. Befje, O., befjes.

Befaamd, befaamder, befaamdst.

Befaamdheid, V.

Begaafd, begaafder, begaafdst.

Begaafdheid, V., begaafdheden.

Begaan, beging, heeft en is begaan.

Begaanbaar, begaanbare.

Begaanbaarheid, V.

Begaffelen, begaffelde, heeft begaffeld.

Begapen, begaapte, heeft begaapt.

Begeefster, V., begeefsters.

Begeeren, begeerde, heeft begeerd.

Begeerig, begeeriger, begeerigst.

Begeerigheid, V.

Begeerlijk, begeerlijker, begeerlijkst.

Begeerlijkheid, V., begeerlijkheden.

Begeerte, V., begeerten.

Begekken, begekte, heeft begekt.

Begeleiden, begeleidde, heeft begeleid.

Begeleider, M., begeleiders.

Begeleiding, V., begeleidingen.

Begeleidster, V., begeleidsters.

Begenadigen, begenadigde, heeft begenadigd.

Begenadiging, V.

Begeven, begaf, begaven, heeft begeven.

Begever, M., begevers.

Begeving, V.

Begieten, begoot, begoten, heeft begoten.

Begieting, V., begietingen.

Begiftigen, begiftigde, heeft begiftigd.

Begiftiging, V., begiftigingen.

Begijn, V., begijnen. Begijntje, O., begijntjes.

Begijnenhof en begijnhof, O., begijnenhoven en begijnhoven.

Begijnenkoek, M., begijnenkoeken.

Begijnenrijst. V.

Begin, O.

Beginneling, M. en V., beginnelingen. V. ook beginnelinge.

Beginnen, begon, begonnen, heeft en is begonnen.

Beginner, M., beginners.

Beginsel, O., beginselen en beginsels.

Beginselloos.

Beginselloosheid, V.

Beginselvastheid, V.

Beglazen, beglaasde, heeft beglaasd.

Begluren, begluurde, heeft begluurd.

Begoochelen, begoochelde, heeft begoocheld.

Begoocheling, V., begoochelingen.

Begraafplaats, V., begraafplaatsen.

Begraasd.

Begrafenis, V., begrafenissen.

Begrafenisfonds, O., begrafenisfondsen.

Begrafeniskosten (mv.), M.

Begrafenisonderneming, V., begrafenisondernemingen.

Begrafenisrecht, O., begrafenisrechten.

Begrauwen, begrauwde, heeft begrauwd.

Begraven, begroef, begroeven, heeft begraven.

Begraver, M., begravers.

Begraving, V., begravingen.

Begrazen, begraasde, heeft begraasd.

Begrenzen, begrensde, heeft begrensd.

Begrenzing, V., begrenzingen.

Begrijpelijk, begrijpelijker, begrijpelijkst.

Begrijpelijkheid, V.

Begrijpen, begreep, begrepen, heeft begrepen.

Begrimmen, begrimde, heeft begrimd.

Begrinden, begrindde, heeft begrind.

Begrip, O., begrippen.

Begripsverwarring, V., begripsverwarringen.

Begroeien, begroeide, is begroeid.

Begroeiing, V., begroeiingen.

Begroeten, begroette, heeft begroet.

Begroeting, V., begroetingen.

Begrooten, begrootte, heeft begroot.

Begrooting, V., begrootingen.

Begrootingscijfer, O., begrootingscijfers.

Begrootingsdebat, O., begrootingsdebatten.

Begrootingsjaar, O., begrootingsjaren.

Begruizen, begruisde, heeft begruisd.

Beguichelen, beguichelde, heeft beguicheld.

Beguicheling, V., beguichelingen.

Begunstigen, begunstigde, heeft begunstigd.

Begunstiger, M., begunstigers.

Begunstiging, V., begunstigingen.

Begunstigster, V., begunstigsters.

Behaaglijk, behaaglijker, behaaglijkst.

Behaaglijkheid, V.

Behaagziek, behaagzieker, behaagziekst.

Behaagzucht, V.

Behaard.

Behagen, behaagde, heeft behaagd.

Behalen, behaalde, heeft behaald.

Behaling, V.

Behalve.

Behameren, behamerde, heeft behamerd.

Behandelen, behandelde, heeft behandeld.

Behandeling, V., behandelingen.

Behangen, behing, heeft behangen.

Behanger, M., behangers.

Behangersknecht, M., behangersknechts.

Behangersrekening, V., behangersrekeningen.

Behangerstafel, V., behangerstafels.

Behangerswinkel, M., behangerswinkels.

Behangsel, O., behangsels.

Behangselpapier, O., behangselpapieren.

Behartigen, behartigde, heeft behartigd.

Behartigenswaardig, behartigenswaardiger, behartigenswaardigst, of meer en meest behartigenswaardig.

Behartiger, M., behartigers.

Behartiging, V.

Beheer, O.

Beheerder, M., beheerders.

Beheeren, beheerde, heeft beheerd.

Beheering, V., beheeringen.

Beheerschen, beheerschte, heeft beheerscht.

Beheerscher, M., beheerschers.

Beheerscheres, V., beheerscheressen.

Beheersching, V., beheerschingen.

Beheerster, V., beheersters.

Beheien, beheide, heeft beheid.

Beheinen, beheinde, heeft beheind.

Beheining, V., beheiningen.

Beheksen, behekste, heeft behekst.

Beheksing, V., beheksingen.

Behelpen, behielp, heeft beholpen.

Behelzen, behelsde, heeft behelsd.

Behemot, M., behemots.

Behendig, behendiger, behendigst.

Behendigheid, V.

Behept.

Behoeden, behoedde, heeft behoed.

Behoeder, M., behoeders.

Behoedmiddel, O., behoedmiddelen.

Behoedster, V., behoedsters.

Behoedzaam, behoedzamer, behoedzaamst.

Behoedzaamheid, V.

Behoef, O. (Ten behoeve van).

Behoefte, V., behoeften.

Behoeftig, behoeftiger, behoeftigst.

Behoeftigheid, V.

Behoeven, behoefde, heeft behoefd.

Behooren, behoorde, heeft behoord.

Behoorlijk, behoorlijker, behoorlijkst.

Behoorlijkheid, V.

Behoud, O.

Behouden, behield, heeft behouden.

Behoudenis, V.

Behoudens.

Behouder, M., behouders.

Behouding, V.

Behoudsman, M., behoudslieden.

Behoudster, V., behoudsters.

Behouwen, behieuw, heeft behouwen.

Behuisd.

Behulp, O.

Behulpzaam, behulpzamer, behulpzaamst.

Behulpzaamheid, V.

Behuwdbroeder, M., behuwdbroeders.

Behuwddochter, V., behuwddochters.

Behuwdmoeder, V., behuwdmoeders.

Behuwdvader, M., behuwdvaders.

Behuwdzoon, M., behuwdzonen en behuwdzoons.

Behuwdzuster, V., behuwdzusters.

Behuwelijken, behuwelijkte, heeft behuwelijkt.

Behuwen, behuwde, heeft behuwd.

Bei (Turksche titel), M., bei’s.

Bei (bezie), V., beien.

Beiaard, M., beiaards.

Beiaarden, beiaardde, heeft gebeiaard.

Beide (van zaken).

Beiden (van personen).

Beiden, beidde, heeft gebeid.

Beiderhande.

Beiderlei.

Beieren, beierde, heeft gebeierd.

Beijveren, beijverde, heeft beijverd.

Beijzelen, beijzelde, heeft beijzeld.

Beitel, M., beitels. Beiteltje, O., beiteltjes.

Beitelen, beitelde, heeft gebeiteld.

Bejaard, bejaarder, bejaardst.

Bejaardheid, V.

Bejag, O.

Bejagen, bejaagde, heeft bejaagd; ook bejoeg.

Bejager, M., bejagers.

Bejaging, V., bejagingen.

Bejammeren, bejammerde, heeft bejammerd.

Bejammerenswaardig, bejammerenswaardiger, bejammerenswaardigst, of meer en meest bejammerenswaardig.

Bejammerenswaardigheid, V.

Bejegenen, bejegende, heeft bejegend.

Bejegening, V., bejegeningen.

Bek, M., bekken. Bekje, O., bekjes.

Bekaaid, bekaaider, bekaaidst.

Bekabbelen, bekabbelde, heeft bekabbeld.

Bekaden, bekaadde, heeft bekaad.

Bekading, V., bekadingen.

Bekaf (bek-af).

Bekalken, bekalkte, heeft bekalkt.

Bekamen, bekaamde, is bekaamd.

Bekampen, bekampte, heeft bekampt.

Bekamping, V., bekampingen.

Bekappen, bekapte, heeft bekapt.

Bekapping, V., bekappingen.

Bekeerder, M., bekeerders.

Bekeeren, bekeerde (zich), heeft (zich) bekeerd.

Bekeering, V., bekeeringen.

Bekeeringsijver, M.

Bekeeringszucht, V.

Bekeerlijk, bekeerlijker, bekeerlijkst.

Bekeerlijkheid, V.

Bekeerling, M. en V., bekeerlingen. V. ook bekeerlinge.

Bekend, bekender, bekendst.

Bekende, M. en V., bekenden.

Bekendheid, V.

Bekendmaken, maakte bekend, heeft bekendgemaakt.

Bekendmaker, M., bekendmakers.

Bekendmaking, V., bekendmakingen.

Bekendstaan, stond bekend, heeft bekendgestaan.

Bekendwording, V.

Bekennen, bekende, heeft bekend.

Bekenner, M., bekenners.

Bekenning, V., bekenningen.

Bekentenis, V., bekentenissen.

Beker, M., bekers. Bekertje, O., bekertjes.

Bekeren, bekerde, heeft gebekerd.

Bekeurder, M., bekeurders.

Bekeuren, bekeurde, heeft bekeurd.

Bekeuring, V., bekeuringen.

Bekijk, O.

Bekijken, bekeek, bekeken, heeft bekeken.

Bekijker, M., bekijkers.

Bekijking, V.

Bekijkster, V., bekijksters.

Bekijven, bekeef, bekeven, heeft bekeven.

Bekken, O., bekkens. Bekkentje, O., bekkentjes.

Bekkeneel, O., bekkeneelen.

Bekkesnijden, O.

Bekkesnijder, M., bekkesnijders.

Beklaaglijk, beklaaglijker, beklaaglijkst.

Beklaaglijkheid, V.

Bekladden, bekladde, heeft beklad.

Bekladder, M., bekladders.

Beklag, O.

Beklagen, beklaagde, heeft beklaagd.

Beklagenswaardig, beklagenswaardiger, beklagenswaardigst, of meer en meest beklagenswaardig.

Beklagenswaardigheid, V.

Beklager, M., beklagers.

Beklaging, V., beklagingen.

Beklant, beklanter, beklantst.

Beklappen, beklapte, heeft beklapt.

Beklapper, M., beklappers.

Beklauteren, beklauterde, heeft beklauterd.

Bekleeden, bekleedde, heeft bekleed.

Bekleeder, M., bekleeders.

Bekleeding, V., bekleedingen.

Bekleedsel, O., bekleedsels.

Beklembrief, M., beklembrieven.

Beklemd.

Beklemdheid, V., beklemdheden.

Beklemmen, beklemde, heeft beklemd.

Beklemming, V., beklemmingen.

Beklemrecht, O.

Beklijven, beklijfde, heeft beklijfd.

Beklimmen, beklom, beklommen, heeft beklommen.

Beklimming, V., beklimmingen.

Beklinken, beklonk, heeft beklonken.

Beklonteren, beklonterde, heeft beklonterd.

Beknabbelen, beknabbelde, heeft beknabbeld.

Beknagen, beknaagde, heeft beknaagd.

Beknellen, beknelde, heeft bekneld.

Beknibbelen, beknibbelde, heeft beknibbeld.

Beknibbeling, V., beknibbelingen.

Beknopt, beknopter, beknoptst.

Beknoptheid, V.

Beknorren, beknorde, heeft beknord.

Bekocht.

Bekoelen, bekoelde, heeft en is bekoeld.

Bekoeling, V., bekoelingen.

Bekoken, bekookte, heeft bekookt.

Bekomen, bekomt, bekwam, bekwamen, heeft en is bekomen.

Bekoming, V.

Bekommerd.

Bekommerdheid, V.

Bekommeren, bekommerde, heeft bekommerd.

Bekommering, V., bekommeringen.

Bekommernis, V., bekommernissen.

Bekomst, V.

Bekonkelen, bekonkelde, heeft bekonkeld.

Bekoopen, bekocht, heeft bekocht.

Bekoorder, M., bekoorders.

Bekoorlijk, bekoorlijker, bekoorlijkst.

Bekoorlijkheid, V., bekoorlijkheden.

Bekoorster, V., bekoorsters.

Bekoren, bekoorde, heeft bekoord.

Bekoring, V., bekoringen.

Bekorsten, bekorstte, heeft bekorst.

Bekorten, bekortte, heeft bekort.

Bekorting, V., bekortingen.

Bekostigen, bekostigde, heeft bekostigd.

Bekostiging, V.

Bekrabbelen, bekrabbelde, heeft bekrabbeld.

Bekrabben, bekrabde, heeft bekrabd.

Bekrachtigen, bekrachtigde, heeft bekrachtigd.

Bekrachtiger, M., bekrachtigers.

Bekrachtiging, V., bekrachtigingen.

Bekransen, bekranste, heeft bekranst.

Bekrassen, bekraste, heeft bekrast.

Bekreunen (zich bekreunen), bekreunde zich, heeft zich bekreund.

Bekrijten, bekreet, bekreten, heeft bekreten.

Bekrimpen, bekromp, heeft bekrompen.

Bekrimping, V., bekrimpingen.

Bekrompen, bekrompener, bekrompenst.

Bekrompenheid, V.

Bekronen, bekroonde, heeft bekroond.

Bekroning, V., bekroningen.

Bekrozen.

Bekruiden, bekruidde, heeft bekruid.

Bekruien, bekrooi, bekrooien, heeft bekrooien; ook bekruide, heeft bekruid.

Bekruipen, bekroop, bekropen, heeft bekropen.

Bekruisen, bekruiste, heeft bekruist.

Bekuipen, bekuipte, heeft bekuipt.

Bekuiping, V.

Bekwaam, bekwamer, bekwaamst.

Bekwaamheid, V., bekwaamheden.

Bekwamen, bekwaamde, heeft bekwaamd.

Bekwaming, V.

Bekweelen, bekweelde, heeft bekweeld.

Bekwijlen, bekwijlde, heeft bekwijld.

Bel, V., bellen. Belletje, O., belletjes.

Belaagster, V., belaagsters.

Belabberd, belabberder, belabberdst.

Belabberdheid, V.

Belachelijk, belachelijker, belachelijkst.

Belachelijkheid, V.

Belachen, belachte, heeft belachen; ook beloeg.

Beladen, belaadde, heeft beladen.

Belading, V., beladingen.

Belagen, belaagde, heeft belaagd.

Belager, M., belagers.

Belaging, V., belagingen.

Belanden, belandde, is beland.

Belang, O., belangen.

Belangeloos, belangeloozer, belangeloost.

Belangeloosheid, V.

Belangen, belangde, heeft belangd.

Belangende.

Belanghebbende, M. en V., belanghebbenden.

Belangrijk, belangrijker, belangrijkst.

Belangrijkheid, V.

Belangstellen, stelde belang, heeft belanggesteld.

Belangstellend, belangstellender, belangstellendst.

Belangstelling, V.

Belastbaar, belastbare.

Belastbaarheid, V.

Belasten, belastte, heeft belast.

Belasteren, belasterde, heeft belasterd.

Belastering, V., belasteringen.

Belasting, V., belastingen.

Belastingbiljet, O., belastingbiljetten.

Belastingkantoor, O., belastingkantoren.

Belastingkiezer, M., belastingkiezers.

Belastingplichtige, M. en V., belastingplichtigen.

Belastingschuldige, M. en V., belastingschuldigen.

Belastingwet, V., belastingwetten.

Belatten, belatte, heeft belat.

Belboei, V., belboeien.

Beleedigen, beleedigde, heeft beleedigd.

Beleediger, M., beleedigers.

Beleediging, V., beleedigingen.

Beleefd, beleefder, beleefdst.

Beleefdelijk.

Beleefdheid, V., beleefdheden.

Beleefdheidsbezoek, O., beleefdheidsbezoeken.

Beleefdheidshalve.

Beleefdheidsvorm, M., beleefdheidsvormen.

Beleenbaar, beleenbare.

Beleenbank, V., beleenbanken.

Beleenen, beleende, heeft beleend.

Beleener, M., beleeners.

Beleening, V., beleeningen.

Beleg, O.

Belegen.

Belegeraar, M., belegeraars.

Belegeren, belegerde, heeft belegerd.

Belegering, V., belegeringen.

Belegeringsgeschut, O.

Belegeringskunst, V.

Belegeringsspel, O., belegeringsspellen; belegeringsspelletje, O., belegeringsspelletjes.

Belegeringstrein, M., belegeringstreinen.

Beleggen, belegde en beleide, heeft belegd en beleid.

Belegger, M., beleggers.

Belegging, V., beleggingen.

Beleghout, O., beleghouten.

Belegsel, O., belegsels. Belegseltje, O., belegseltjes.

Belegstuk, O., belegstukken.

Beleid, O.

Beleiden, beleidde, heeft beleid.

Beleider, M., beleiders.

Beleidvol.

Belekken, belekte, heeft belekt.

Belemmeraar, M., belemmeraars.

Belemmeren, belemmerde, heeft belemmerd.

Belemmering, V., belemmeringen.

Belenden, belendde, heeft belend.

Belending, V., belendingen.

Belet, O.

Bel-étage, V., bel-étages.

Beletsel, O., beletselen en beletsels. Beletseltje, O., beletseltjes.

Beletten, belette, heeft belet.

Beletting, V.

Beleven, beleefde, heeft beleefd.

Belezen, belas, belazen, heeft belezen.

Belezen, belezener, belezenst.

Belezenheid, V.

Belezer, M., belezers.

Belezing, V., belezingen.

Belg, M., Belgen.

Belgen (zich belgen), belgde zich, heeft zich gebelgd.

Belgicisme, O., belgicismen.

Belging, V., belgingen.

Belgisch.

Belgziek, belgzieker, belgziekst.

Belhamel, M., belhamels.

Belichamen, belichaamde, heeft belichaamd.

Belichaming, V.

Beliegen, beloog, belogen, heeft belogen.

Belieger, M., beliegers.

Believen, beliefde, heeft beliefd. Verg. Blieven.

Believen, O.

Belijden, beleed, beleden, heeft beleden.

Belijdenis, V., belijdenissen.

Belijdenisgeschenk, O., belijdenisgeschenken.

Belijder, M., belijders.

Belijderes, V., belijderessen.

Belijmen, belijmde, heeft belijmd.

Belijnen, belijnde, heeft belijnd.

Belikken, belikte, heeft belikt.

Bellefleur, V., bellefleuren. Bellefleurtje, O., bellefleurtjes.

Bellen, belde, heeft gebeld.

Bellettrie, V.

Bellettrist, M., bellettristen.

Beloerder, M., beloerders.

Beloeren, beloerde, heeft beloerd.

Belofte, V., beloften.

Beloftenis, V., beloftenissen.

Beloken.

Belommeren, belommerde, heeft belommerd.

Belommering, V.

Belonken, belonkte, heeft belonkt.

Beloonen, beloonde, heeft beloond.

Belooner, M., belooners.

Woordenlijst voor de spelling der Nederlandsche Taal

Подняться наверх