Читать книгу Uit den Kunstschat der Bakongos - Ivo Struyf - Страница 9

De reizende Mieren en de kleine Mieren1

Оглавление

Inhoudsopgave

De reizende Mieren waren aan ’t twisten met de kleine Mieren, en zij zegden: Laat ons onze krachten beproeven. Wie kan er de huid van een mensch stelen, om ze op onze trommel te spannen?

De kleine Mieren namen het aan, en zij zegden: Laat ons ’t beproeven. Wij kunnen het.

Daarna speelden de reizende Mieren de oorlogstrommel2, vereenigden hunne bende, telden de soldaten, hunne tanden scherpten zij, om te gaan oorlog voeren met de menschen.

En zij gingen. Dicht bij ’t bosch kwam er een heele bende menschen aan, die naar de markt gingen.

De reizende Mieren stonden recht, bleven zich vasthechten aan de voeten van de menschen, om er een huid van een mensch af te stroopen.

Maar de menschen begonnen met hunne voeten te stampen: stampten de reizende Mieren plat, traden er over met [11]kracht, en gingen voorbij zonder eenig letsel. De reizende Mieren waren de pooten afgesneden, waren de keel af, gekneusd, gingen uiteen in ’t hooge gras, en gingen alzoo terug naar hun dorp.

De kleine Mieren hadden hun verstand uitgedacht. Aan den oever eener rivier dicht bij zijn dorp, ging een mensch zijne wonde afwasschen.

De kleine Mieren gingen hem volgen; de huid van zijn wonde die hij liet liggen, namen zij op, droegen haar, en spande ze op hun trommel.

De groote Mieren, toen zij afkwamen, vol verwondering: Onze krachten zijn niet gelijk aan de krachten van de menschen.

Maar de kleine Mieren toonden hun trommel en zegden: Verstand is genoeg, wij zijn gewonnen.

Kisantu. [12]

1 Nsalafwa = groote en zwarte mieren. Een heele bende.—Er zijn gendarmen bij, die niets dragen. Zij zijn de bewakers langs den weg, zij staan recht om den vijand aan te vallen; intusschentijd gaan de andere mieren door, met ’t eten geladen.

Binonia = kleine mieren.

2 Mondo, oorlogstrommel, die akelig weerklinkt.

[Inhoud]

Uit den Kunstschat der Bakongos

Подняться наверх