Читать книгу De Zonderlinge Lotgevallen van Gil Blas van Santillano, deel 1 van 2 - Alain René Le Sage - Страница 10

HOOFDSTUK VII Wat Gil Blas deed bij gebrek aan beter.

Оглавление

Inhoudsopgave

Ik dacht de eerste dagen van verdriet te zullen sterven. Ik leidde een treurig bestaan, maar gelukkig vermaande mijn goede genius mij voortaan te veinzen. Ik deed dus juist of ik minder bedroefd was en begon te lachen en te zingen, hoewel ik er in ’t minst niet den lust toe had. Ik huichelde echter zoo goed, dat Leonarda en Domingo erdoor verschalkt werden en dachten dat de gevangen vogel aan zijn kooi wende. Ook de roovers dachten hetzelfde daar ik mij zeer opgewekt toonde als ik hen bediende en mij in hun gesprekken mengde door een of andere aardigheid te tappen als er gelegenheid toe was. Mijn vrijmoedigheid, verre van hun te vervelen, vermaakte hen zeer, “Gil Blas,” zei de kapitein mij op een avond toen ik weer vroolijk was, “gij doet zeer verstandig door die zwaarmoedigheid te bannen; ik houd veel van je opgewektheid en je grappen. Men kent iemand niet terstond op het eerste gezicht en ik had je waarlijk niet zoo geestig en vroolijk gedacht als ge nu blijkt te zijn.”

Ook de anderen prezen mij om het hardst en spoorden mij aan zoo voort te gaan met hen vroolijk tegemoet te komen; ten slotte schenen zij mij toe zoo tevreden over mij te zijn dat ik, gebruik makende van hun goede stemming, hen aldus toesprak: “Veroorlooft mij, mijne heeren, dat ik u den bodem van mijn ziel blootleg. Sedert ik hier ben gevoel ik mij een geheel ander mensch dan vroeger. Gij hebt mij verlost van de vooroordeelen van mijn opvoeding en ik heb onmerkbaar mij uwe zienswijze eigen gemaakt. Ik gevoel veel lust in uw beroep en ik sterf bijna van verlangen om een van de uwen te zijn en alle gevaren van uwe tochten te deelen.” Het geheele gezelschap juichte deze toespraak toe. Men prees mijn goeden wil; daarna werd er met algemeene stemmen besloten, dat men mij nog eenigen tijd hen zou laten bedienen om mijne roeping op de proef te stellen en dat men mij vervolgens de plaats zou geven die ik vroeg en die men niet kon weigeren aan een jongmensch, dat toonde zulk een goeden wil te hebben.

Ik moest dus voortgaan met mijn rol van huichelaar en mijn ambt van schenker nog eenigen tijd uit te oefenen. Ik leed natuurlijk vreeselijk onder dien toestand want ik verlangde slechts roover te worden om uit te kunnen gaan zooals zij en vleide mij ook met de hoop, dat ik hen vroeg of laat zou kunnen ontsnappen. Deze hoop hield den moed er bij mij in, doch het wachten viel mij ontzettend lang en meermalen trachtte ik Domingo te verschalken. Hiertoe was echter geen kans want hij was veel te waakzaam; geen honderd Orpheussen zouden dezen Cerberus hebben bekoord. Bovendien was ik steeds bang ontdekt te worden zoodat ik niet al het mogelijke deed om hem te bedriegen. Hij hield mij voortdurend in het oog en ik moest veel te voorzichtig zijn om mijzelf niet te verraden. Ik wachtte dus den tijd af waarop de roovers mij bij hun troep zouden inlijven en ik wachtte er met zooveel ongeduld op alsof het mijne benoeming tot een hoog ambt gold.

Gelukkig brak dat gelukkige oogenblik na zes maanden aan. Kapitein Rolando sprak op zekeren avond tot de roovers: “Kameraden, wij moeten het aan Gil Blas gegeven woord gestand doen. Die knaap bevalt mij, hij schijnt mij geschikt onze voetstappen te drukken en ik geloof dat wij er een flink medelid van zullen maken. Wij moesten hem morgen met ons medenemen om lauweren te verwerven op onze tochten. Wij moeten zorgen hem tot onzen eigen roem op te voeden.” De roovers waren het allen eens met hun kapitein; en om te toonen, dat ze mij reeds als een der hunnen beschouwden, behoefde ik van dit oogenblik af hen niet meer te bedienen. Zij herstelden juffrouw Leonarda in de betrekking, die men haar ontnomen had om er mij mee te belasten. Ze lieten mij van mijn kleeding ontdoen, die uit een eenvoudige, versleten priesterrok bestond, en ze tooiden me met de achtergelaten kleederen van een edelman, kort tevoren bestolen. Na dit alles hield ik mij gereed voor mijn eersten veldtocht.

De Zonderlinge Lotgevallen van Gil Blas van Santillano, deel 1 van 2

Подняться наверх