Читать книгу Bloemlezing uit Guido Gezelle's Gedichten - Gezelle Guido - Страница 21

WAAR ZIT DIE HELDERE ZANGER

Оглавление

Waar zit die heldere zanger, dien

ik hooren kan en zelden zien,

in ’t loof geborgen,

dees blijden Meidagmorgen?


Hij klinkt alom de vogels dood,

bij zijnder kelen wondergroot’

en felle slagen,

in bosschen en in hagen.


Waar zit hij? Neen, ’k en vind hem niet,

maar ’k hoore, ’k hoore, ’k hoore een lied

hem lustig weven:

het kettert in de dreven.


Zoo zit en zingt er menig man,

vroegmorgens op ’t getouwe, om, van

goên drom30, te maken

langlijdend31 lijwaadlaken.


De wever zingt, zijn’ webbe deunt32;

de la klabakt, ’t getouwe dreunt;

en lijzig varen

de spoelen heen, in ’t garen.


Zoo zit er, in den zomer zoel,

een, werpende, op den weverstoel

van groene blâren,

zijn duizendverwig garen.


Wat is hij: mensche of dier of wat?

Vol zoetheid, is ’t een wierookvat,

daar Engelenhanden,

onzichtbaar, reuke in branden?


Wat is hij? ’t Is een wekkerspel,

vol tanden fijn, vol snaren fel,

vol wakkere monden

van sprekend goud, gebonden.


Hij is… daar ik niet aan en kan,

een’ sparke viers, een’ boodschap van

veel hooger’ daken

als waarder menschen waken.


Horkt! Langzaam, luide en lief getaald,

hoe diep’ hij lust en leven haalt,

als uit de gronden

van duizend orgelmonden!


Nu piept hij fijn, nu roept hij luid’;

en ’t zijpzapt hem ter kelen uit,

lijk waterbellen,

die van de daken rellen.


Geteld, nu tokt zijn taalgetik,

als ware ’t op een marbelstik33,

dat perelkransen,

van ’t snoer gevallen, dansen.


Geen vogel of hij weet zijn lied,

zijn’ leise34 en al zijn stemgebied,

bij zijnder talen,

nauwkeurig af te malen.


’t En deert mij niet, hoe oud gedaagd,

dat hij den zangprijs henendraagt,

en, vogel schoone,

mij rooft de dichterkroone!


Want mensche en heeft u nooit verstaan,

noch al uw’ rijkdom recht gedaan,

o wondere tale

van koning Nachtegale!


30

Schering.

31

Langmeegaand, duurzaam. Lijden = gaan.

32

Schudt, trilt.

33

Stik = stuk.

34

Lied.

Bloemlezing uit Guido Gezelle's Gedichten

Подняться наверх