Читать книгу Bloemlezing uit Guido Gezelle's Gedichten - Gezelle Guido - Страница 3

ONEIGENE

Оглавление

Hetgeen ik niet uitgeve en

hebbe ik niet in,

wie zal mij dat wijten te schanden?

Mijn herte en mijn tale, mijn

zede en mijn zin,

’t is al zoo van buiten, ’t is

al zoo van bin’:

’t ligt alles daar bloot op mijn’ handen!


Dan, weg met de oneigene

tale en den schijn

van elders geborgde gepeizen;

mijn zijt gij niet, uw dat en

wille ik niet zijn,

dat in mij en aan mij is

dat heete ik mijn:

oneigene, ik late u… gaat reizen!


Als de Ziele luistert

spreek ’et al een taal dat leeft,

’t lijzigste gefluister

ook en taal en teeken heeft:

blâren van de boomen

kouten met malkaar gezwind,

baren in de stroomen

klappen luide en welgezind,

wind en wee en wolken,

wegelen1 van Gods heiligen voet,

talen en vertolken

’t diep gedoken Woord zoo zoet…

als de Ziele luistert!


1

Wegel is een Z. Ned. verkleinwoord van weg.

Bloemlezing uit Guido Gezelle's Gedichten

Подняться наверх