Читать книгу De complete werken van Joost van Vondel. 2 - Joost van den Vondel - Страница 17

VERMAKELIJKE INLEIDINGE TOT DE Vorstelijke Warande DER ONVERNUFTIGE 15 DIEREN
XIV.
DE ESSCHEN-BOOM EN 'T RIET

Оглавление

Een dik gegroeiden esch, wiens steile toppen gingen

Recht naar de sterren toe en 's Hemels zolderingen,

Trotseerde, dat hij stond verheven in 't foreest133,

Spijt d' alderfelsten storm en allerlei tempeest:

Braveerde, dat hij was veel sterker van vermogen

Als 't riet, dat van den wind al stadig wordt gebogen;

Als 't wankelbare riet, dat siddert, schudt en beeft

Voor de alderminste koelt', die langs de velden zweeft.

Hij eindigt naauw, een bui ontstaat met sneller vaarden134,

En velt den esschen-boom ontworteld uit der aarden.

't Riet, speurende de val desgenen, die terstond

't Gebladerd hoofd opstak en hoog verheven stond,

Dus bij zich zelven spreekt: "o, veilig wonderbaarlijk

Is nederigen staat voor135 hoogheid, die gevaarlijk

Het onderwerpsel is van136 allerhande leed,

En schielijk wordt gedreigd te vallen eer men 't weet."


133

woud ('t Fr. forêt).

134

Voor met snelle vaart.

135

boven, meer dan.

136

onderworpen is aan.

De complete werken van Joost van Vondel. 2

Подняться наверх