Читать книгу De complete werken van Joost van Vondel. 2 - Joost van den Vondel - Страница 5
VERMAKELIJKE INLEIDINGE TOT DE Vorstelijke Warande DER ONVERNUFTIGE 15 DIEREN
II.
VAN DEN LEEUW EN DEN VOS
ОглавлениеDen onverwonnen leeuw, der dieren Opper-koning,
Zich veinsde doodlijk krank in zijn gewelfde woning,
En daagden al 't gediert ten hove, op groote peen73
Wie daadlijk niet verscheen tot voorstand van 't gemeen;
Vermits hij zaken had haar allen te verbreiden,
Nut tot den stand zijns rijks, als hij zou zijn verscheiden.
Elk volgt zijns konings last, al bevende, uit ontzag,
Verschijnt in 't groot paleis op den gezetten dag.
Elk komt' er, uitgezeîd74 de vos, de loost' van allen,
Die heeft in al dit spel een wonder kwaad gevallen75,
Neemt op de stappen acht, die hij in 't zand ziet staan,
Verneemt dat niemand keert van al die derwaarts gaan;
Dies spreekt hij bij zich zelf, al toornig en verbolgen:
Te recht zij beesten zijn, die blindeling dus volgen.
De stappen die in 't zand, gestrekt76 na 't groot paleis
Klaar toonen, waar toe wil gedijen zulken reis,
Vermits van veel niet een van onze meed-gezellen
Weêrkeerden veilig, om 't geschiede te vertellen.
Gelukkig is de man, die uit een rijp beraad
Van 's princen tiranny en wreedheid 't net ontgaat;
Die uit 't gevaar zich houdt van strikken opgehangen,
Daar 't arme slechte77 volk te licht zich in laat vangen.
73
straf ('t Fransche peine).
74
Anders uitgenomen.
75
behagen, inzicht.
76
die-gestrekt: Germ. voor die gestrekt zijn; ten zij men die wilde wegschrappen en lezen: De stappen in het zand, enz.
77
eenvoudige.