Читать книгу De complete werken van Joost van Vondel. 2 - Joost van den Vondel - Страница 7
VERMAKELIJKE INLEIDINGE TOT DE Vorstelijke Warande DER ONVERNUFTIGE 15 DIEREN
IV
VAN DEN BASILISCUS EN 'T WEZELKEN
ОглавлениеHet wreede, onmenschlijk dier, dat, eiselijk en straf,
De menschen blixemt met een oogenwenk85 in 't graf,
De felle basilisk, beloerden en bewaakte
Een wezelken, 'twelk staag zijn duister hol genaakte;
Een wezelken, 'twelk staag zijn aas aldaar ontrent
En dagelijkschen roof te halen was gewend.
't Welk, als het nu gewaar werd 's basilisken treken,
Zoo heeft het hem beraân om 's vijands macht te breken,
En met een taksken groen van ruiten86 zich bedekt,
Van ruiten, 'twelk voor 't gift een tegen-gift verstrekt,
Ja, eindelijk vermag den basilisk te dooden,
Dies heeft het dagelijks zijn vijand 't hoofd geboden.
Het welk den zwakken leert, dat hij zijn zaak gewis
En wijs beleiden zal, om hem die sterker is
Met uiterlijk geweld zoo zeer niet te bespringen,
Als door voorzichtigheid en kloekheid87 te bedwingen.
Veeltijds de sterken zijn door kloeker t' onderbracht88,
Want list (gelijk men zegt) gaat dikwijls boven kracht.
85
Anders oogwenk; evenzoo oogen-merk bij Cats voor ons oogmerk.
86
Verbogen vorm van ruit, wijnruit.
87
Van verstand namelijk (verg. 't Hoogd. klugheit en klug).
88
Voor ten ondergebracht.