Читать книгу De complete werken van Joost van Vondel. 2 - Joost van den Vondel - Страница 9

VERMAKELIJKE INLEIDINGE TOT DE Vorstelijke Warande DER ONVERNUFTIGE 15 DIEREN
VI.
DE LEEUW EN 'T PEERD

Оглавление

De leeuw, 't ontzaglijk dier, 't peerd ziende 't gras aflezen,

Zeer listig tot hem trad, en veinsde zich te wezen

Een wel-ervaren arts, die, door kunst-rijke list,

Tot allerlei gebrek en krankheid hulpe wist.

Maar 't peerd, niet minder loos, riep: "o, ter goeder uren

Heeft u Apollo hier tot mijwaarts willen sturen!

O Æsculapi, komt, uitnemendste doctoor!

Treedt herwaarts met uw kunsten komt mijn kwale voor:

Want mijnen achtervoet mij bang maakt en verlegen,

Vermits een groot gezwel, daar onlangs aan gekregen;

Ontzegt uw hulpe niet, is 't anders in uw macht

Besmeeret91 met uw zalve, opdat het wat verzacht."

De leeuw veinst zich gereed 's peerds achter-voet te heelen,

En schikt92 zich achter aan: dan 't ros slacht niet den schelen93,

Het slaat den loozen arts 't hoef-ijzer voor den kop,

Dat hij ter aarden ligt, een-slags, met éénen klop.

't Gaat zoo gemeenlijk, dat die andren meent te plagen,

Die wordt eerst zelf geplaagd en moet zijn straffe dragen;

Die anderen 't net voor-spant94 of eenen kuil bereidt,

Eerlang zelfs in den strik of in den afgrond leidt.


91

besmeert het.

92

voegt, plaatst.

93

Voor blind, onwijs.

94

het boevenet; verg. boven bl. 54.

De complete werken van Joost van Vondel. 2

Подняться наверх