Читать книгу De complete werken van Joost van Vondel. 2 - Joost van den Vondel - Страница 21
VERMAKELIJKE INLEIDINGE TOT DE Vorstelijke Warande DER ONVERNUFTIGE 15 DIEREN
XVIII.
DE WOLF IN 'T SCHAAPS-KLEED VOOR DE KOOI VAN 'T SCHAAP
ОглавлениеDe wolf kwam tot de kooi der wapenlooze schapen,
Vermomd met 't lammren-vel, om d' hamel te betrapen151,
En bad hem, dat hij zich vervoegen wilde in 't woud,
Dat als een schoon priëel was loof-rijk opgebouwd;
Maar d' hamel zeide: "ik zou u geerne gaan verzellen,
Indien gij waart een wolf, die u te weer mocht152 stellen,
Zoo eenig ongediert ons overviel in 't groen."
De wolf, gelijk verheugd om zulk een antwoord, toen
Van 't schaaps-vel zich ontsloeg, en sprak: "t'sa, gaan wij wakker!
Ik ben de wolf, uw vrund en aldertrouwste makker."
"Neen," sprak den hamel toen, "gaat uwer straten153 heen,
En hebt met uwsgelijk uw lust en vreugd gemeen;
Mijn schaaps-kooi ik behoe154, ter tijd ik, t' mijner bate,
Een trouw gezel bekoom, daarop155 ik mij verlate:
Genoeg heb ik geleerd, aan deze uw vreemde pert156,
Dat onder 't schapen-vel school 't wreede wolven-hert."
't Is al van ouds, dat, om de onnooslen te verlokken
De wreeden 't schapen-vel arglistelijk aantrokken;
De schijn veeltijds bedriegt, dus is hij wijs bedacht,
Die jonker Wolfaart vreest, en zich voor 't schaaps-vel wacht.
151
verschalken.
152
komt, vermocht te.
153
uws weegs.
154
bewaar, behoud, blijf bewonen.
155
Thans waarop.
156
't Fransche part voor poets.