Читать книгу De complete werken van Joost van Vondel. 2 - Joost van den Vondel - Страница 18
VERMAKELIJKE INLEIDINGE TOT DE Vorstelijke Warande DER ONVERNUFTIGE 15 DIEREN
XV.
VAN DEN LEUGENACHTIGEN SCHAAP-HERDER
ОглавлениеEen, die met d' herder-staf de wit gewolde kudden
Voor 't ongediert op 't veld belast was te beschudden137,
Uit schalkheid menigmaal zijn luide stem verhief:
"Help, wapen! wapen, help! en weert den schapen-dief!
De wolf mijn kudd' belaagt, en ligt hier bij geslopen!"
De land-liên kwamen fluks tot onderstand geloopen,
Zoo lange tot, van hem bedrogen menigmaal,
Zij sloegen in de wind zijn schalke logen-taal.
Ten leste kwam degeen, die vast op138 jonge lamren,
Dies d' herder deerlijk kreesch, het zou een mensche jamren:
"Help! nageburen, help! mijn kuddeken lijdt nood,
De wolf van 't beste vlies mijn schaaps-kudd' heeft ontbloot!"
Zijn roepen was vergeefs, vergeefs was 's herders weenen,
Zij dachten: 't is bedrog, hij liegt gelijk voorhenen.
Zulks en zoodanig is der logenaren loon,
Diens139 goddelooze tong te liegen is gewoon:
Al spreekt hij somtijds schoon140 de waarheid zonder liegen,
Men geeft hem geen geloof, die lust heeft in 't bedriegen.
137
Rijmshalve voor beschutten.
138
hongert naar.
139
Thans wier.
140
ook.